Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Superieur

Ze heetten nog luisterliedjes, de liedjes die Martine Bijl in het begin van haar lange, mooie, veelzijdige carrière zong. Dat woord schoot me te binnen toen ik hoorde dat ze was overleden, luisterliedjes. Dat kwam doordat ik me herinnerde dat ik haar lang, lang geleden zag optreden in Nijmegen, in de kelder van een hotel dat er niet meer is, Pays Bas, en dat toen door studenten werd beheerd. Boudewijn de Groot trad er op, Ramses Shaffy en dus ook Martine Bijl, ze was 22, rekende ik net uit, want ik was bijna 17. Ze zong toen liedjes als Makelaar van Schagen en Bloemendaalsebos, ze werd op gitaar begeleid door de man die zich over had ontfermd, Henk van der Molen. Strakke rok, zwarte coltrui. Ze zong een beetje deftig,  maar dat vond ik wel leuk, vooral omdat er de hele tijd een lach in zat. Ze maakte ook laconieke grapjes. Laat ik het anders zeggen: ze was betoverend.
Zo’n eerste keer neem je mee in de tijd die daarna komt en al die tijd was ze wel ergens aanwezig, op televisie, in het theater. En wat mij betreft bleef de betovering van die eerste keer altijd zacht tintelen.
Wat ik ook bewonderde was dat ze zo strikt zichzelf bleef, bijvoorbeeld in televisieprogramma’s waarin ik haar niet verwachtte en die ze zo superieur elegant naar zich toe trok.
Eén keer mocht ik meedoen in een televisiespelletje over taal dat zij presenteerde, Mijnheer Van Dale Wacht Op Antwoord. Het eerste wat ze tegen me zei: “Het stelt allemaal niet veel voor, maar we maken er iets van.” Dat kon ze goed. Laat ik het anders zeggen: ze was betoverend.
De laatste jaren van haar leven waren donker, ze probeerde er zo lang mogelijk licht in te houden. Maar toen dat niet meer kon, was alles echt afgelopen.