Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Tactvol

Veel van wat ik zeg of doe, gebeurt in onbewaakte ogenblikken. Daar sta ik nooit bij stil, maar dit weekend wel. Ik las dat Felix Rottenberg zei dat hij zijn uitspraken over zijn partij, de PvdA, en leider Samsom `in een onbewaakt ogenblik’ had gedaan. Dat wil niet zeggen dat hij er spijt van heeft, denk ik. In de partij zijn ze kwaad over die kritiek. We weten inmiddels dat je alleen maar last van kritiek kunt hebben als die terecht is. Felix Rottenberg was voorzitter van de commissie die PvdA-kandidaten voor de volgende Tweede Kamerverkiezingen selecteert. Is hij mee gestopt. Hij doet net alsof dit vrijwillig is, maar er kwam druk aan te pas. Zo gaat dat binnen de PvdA. Ik merk dit met pijn in het hart op, want vroeger was het ook mijn partij, toen het nog geen loos samenraapsel was. Felix Rottenberg zei dus iets wat hij beter niet had kunnen zeggen. Dat vindt hij niet, het is alleen maar de bedoeling dat hij dat vindt. `Stom en fout’ noemt voorzitter Spekman de uitspraken. Kan een mening fout kan zijn? Je kunt het er heel erg niet mee eens zijn, maar fout? Ja, als je een mening niet meent, maar goed, dit is iets voor een andere keer. Als Rottenberg tijdens het bewuste ogenblik waakzaam was geweest, had hij de opvatting voor zich gehouden. Ik ga weer even terug naar mijn eigen onbewaakte ogenblikken, want dat zijn er heel veel geweest. Hoe had ik ze wel bewaakt? Moet ik het in de toekomst allemaal anders gaan doen? Soms weet ik: dadelijk komt er een ogenblik dat ik vast niet kan bewaken. Moet ik dan iemand anders vragen om het te doen? Of ga ik dat dan als bemoeizucht beschouwen? Niet als iemand dat zéér tactvol doet. Ik heb er niets aan als er `Laat dat’ of `Houd heel snel je mond’ tegen me gezegd wordt, want dan doe ik het juist niet, zo zit ik in elkaar. Nee, ik moet niet merken dat het ogenblik wordt bewaakt. In mijn hoofd is het al zacht herfst aan het worden.