Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Terughoudend

Zal het woord `anderhalvemetersamenleving’ ook verdwijnen? Hoe lang duurt dat? Vanaf 25 september bestaat de samenleving die zo heet, niet meer. Als je zoiets zegt, klinkt dat vreemd. Wat komt daarvoor in de plaats? Ja, een andere samenleving, maar hoe gaan we ons daarin gedragen? Ik heb het niet over alle mooie gevolgen voor het openbare leven, bijvoorbeeld de culturele evenementen die weer gaan tintelen. 
Nee, ik houd het even klein: hoe elkaar begroeten? Er zijn mensen die graag kussen. Die hebben ruim anderhalf jaar drooggestaan. Komen die nu verwilderd op je af terwijl ze uitroepen: “Ja, het mág weer!” om vervolgens drie zoenen op je wangen knallen? Moet ik me ten aanzien van dit enthousiasme terughoudend opstellen? Ben je dan een zeikerd, om dat woord maar eens te gebruiken?
Ooit deed ik er ook aan mee, het was min of meer een gewoonte, maar al voor de coronatijd ging ik me daarin matigen, omdat ik het vaak zo véél vond, zeker als je iemand paar keer per week tegenkwam. Daar gaan we weer, dacht ik dan, rechts, links, rechts. En elkaar daarna beetje blij aankijken.
Heb het al eens eerder betoogd, ik ben een voorstander van de omhelzing. Die hoeft niet al te stevig te zijn, nee, luchtig, bijna terloops, niet te langdurig. Heeft iets moois en waardigs. Zit ook aangename intimiteit in.
Moet je dat dan zeggen tegen degene die op je afkomt en roept “Ja, het mág weer”? Beschouwt die dat als nogal zuinig gedrag of erger nog: als een afwijzing? Als je dat laatste vermoedt, is het dan nodig dat je zegt: “Zo bedoel ik het niet!”? Stel dat de ander zucht: “Nou, zo voel ik het anders wel.” Daar staan jullie dan, onhandig voor de supermarkt, gekoesterd door zacht herfstlicht.