Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Tetteren

Volgens mij hoef je niet altijd overal een mening over te hebben. En als je vindt dat het toch moet, is het niet altijd nodig die mening meteen uit te spreken of via sociale media kenbaar te maken. Is ook mogelijk even je mond te houden en je af te vragen wat het belang van je mening is, wie er iets aan heeft.
Ik zit na te denken over een interview dat ik gisteren in Trouw las, met de Vlaamse filosoof Ignaas Devisch die pas een boek publiceerde met de titel Een kleine filosofie van grote emoties
Ja, over emoties heeft hij het ook: “Van alsmaar onze emoties uiten worden we niet gelukkiger.”
En we zijn er dol op, op uitingen van emoties. Denk bijvoorbeeld aan het schaatsfestijn van afgelopen weekend. Winnaars moesten meteen woorden hebben voor wat er door hen heen ging, terwijl dat juist goed te zien was.
Daarnaar kijken is informatief genoeg, de lach, de ingehouden vreugdetranen, het triomfantelijk gebaar.
Ignaas Devisch pleit ervoor dat we vaker zwijgen. Zwijgen heeft iets moois. Is iets anders dan verzwijgen. Daar wijst Devisch ook op: verzwijgen is liegen. Zwijgen kan verzachtend zijn: “(…) omdat sommige dingen nu eenmaal zijn wat ze zijn en het bespreken ervan niemand vooruithelpt.”
Goed woord trouwens, vooruithelpen.
In de hal van de fitnessclub waar ik een paar keer per week kom, hangt kunst die door leden van de club is gemaakt, meestal leden die er ook wat van kunnen. Om de paar maanden is er ander werk te zien, deze week werk dat me nogal aanvloog. Je bent geneigd daar onmiddellijk zogenaamd grappig over te gaan tetteren, maar ik kan me ook zwijgend afvragen waarom ik er veel op tegen heb. Als ik daarachter kom, heb ik weer wat toegevoegd aan mezelf, zwijgend graag.