Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Tonijn

Bij de ingang van Albert Heijn geeft een vriendelijk jongeman me een kaartje. Achter hem is een vrouw bij een grote bak in de weer. Haar kleding heeft hier en daar een kerstaccent. De jongeman vertelt me wat er op het kaartje staat. Of ik behalve mijn eigen boodschappen ook iets wil kopen voor de voedselbank. Dat kan ik geven aan de mevrouw bij de grote bak. Het gaat om houdbare producten. Op de voorkant van het kaartje is een lijstje daarvan afgedrukt. Deze actie vind ik een goed idee. Dat zeg ik ook tegen de jongeman. Hij steekt zijn duim omhoog.
Ik heb niet veel boodschappen te doen en voor de voedselbank koop ik wat pakken koffie en een paar blikjes met tonijn, met een vleugje olijfolie, en zalm. Die blikjes staan op het lijstje. Misschijn zijn het niet de meest noodzakelijke levensmiddelen, maar ze hebben iets feestelijks.
Als ik met mijn winkelwagentje bij de kassa sta, knaagt er iets en ik weet niet wat het is. Misschien dat ik me een meneer vind die niets te klagen heeft en een fooitje verstrekt. En het wordt nog erger. Als ik heb betaald, geef ik de mevrouw bij de bak de producten die ik voor de voedselbank heb gekocht. Ze bedankt met hartelijk en zegt “Lekker” als ze de blikjes vis in de bak plaatst. Ineens krijg ik zelf ook zin de tonijn die in het blikje zit. Komt door het woord vleugje. Een vleugje is altijd aantrekkelijk.
Ik ga weer terug de winkel in, koop twee blikjes en natuurlijk weer wat voor de voedselbank, iets waar ik zelf niet dol op ben, een blik erwten en een blik erwtensoep. Weer zegt de mevrouw bij de bak “Lekker”, maar nu kan ik het aan. Op straat staat een nogal dunne kerstman met een matige baard. Hij maakt zacht lawaai met zijn kerstmanbel.