Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Traagte

De vroege zaterdagmorgen was bleek en nattig. Dat laatste niet op volle kracht, want af en toe popelde er zwak een brak zonnetje, maar toen ik de weekendboodschappen deed (liefst zo rap mogelijk) gutste de regen over me heen. 
Ineens zag ik een collega die een kinderwagen voortduwde. Hij woont in New York, is maar af en toe in Nederland, we kennen elkaar van lang geleden toen we regelmatig in een inmiddels verdwenen radioprogramma korte verhalen voorlazen. De regen maakte de afstand tussen ons groter, ik riep zijn naam maar die verwaaide nergens heen.
Ik wist dat zijn vriendin en hij nog niet zo lang geleden een zoon hadden gekregen. Meestal zie ik haar met hem op pad, maar nu hij dus. 
Hij liep niet áchter de kinderwagen, maar opzij ervan, terwijl hij het tere voertuigje met één hand voortduwde. Hij keek niet naar het kind, maar naar iets in de verte. Zijn tred was snel, te snel, vond ik, voor omgang met een gevulde kinderwagen.
Zelf loop ik er langzaam mee, niet dagelijks overigens, zéér zo nu en dan. Die traagte heeft te maken met mijn opvatting dat ik een piepjong kind verre van haast moet houden. Ook wil ik het zo rustig mogelijk aan de wereld laten wennen. Doel van onze tocht is een kleine kinderboerderij, met geiten, schapen en twee kolossale varkens. Ook is er een introvert konijn. Eenden, ja, die zijn er ook. 
Een omgeving waarop ik me verheug, daarom wil ik er niet vlug heen. Als je ergens naar uitziet, moet je dat zo lang mogelijk rekken.
De kinderwagen is iets te laag voor mijn lengte. Ik beweeg me gebogen bovenlichaam voort, alsof ik voortdurend contact met het kind maak: “Já, jij rijden met opa, já.” Deze uitstraling vindt men vertederend, merk ik. Sapperdeflap!