In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Trakteren
Het bestaan van de `zwaaisteen’ was mij onbekend en dat het gisteren Nationale Zwaaidag was, wist ik ook niet totdat ik er in deze krant over las. Telkens neem ik me voor dit soort dagen in mijn agenda te noteren, Nationale Complimentendag, de Dag van het Brood, Secretaressedag, enzovoort. Niet dat ik er veel mee kan, maar dan wéét ik het tenminste.
Toen ik over de Nationale Zwaaidag had gelezen, besloot ik wel meteen me niet te gaan uitsloven en als Sinterklaas door de buurt te lopen, want voordat je het in de gaten hebt, belt er iemand een hulpverlenende instantie.
Ik geloof niet dat me zwaaitechnisch veel te verwijten valt, maar ik doseer het wel. Zwaaien vind ik vooral aan de orde wanneer het bezoek afscheid heeft genomen. Je kijkt ze zwaaiend na totdat ze uit het zicht zijn verdwenen, uiteraard alleen als het bezoek ook zwaait. Ongezien zwaaien is zinloze dynamiek, hoe hartelijk ook.
Natuurlijk zwaai ik ook als ik aan de overkant van de straat iemand zie lopen die ik ken. Soms vergis ik me en is het iemand die lijkt op iemand die ik ken, en dan heeft het zwaaien iets gênants.
Ik begrijp dat de Nationale Zwaaidag er is om ons bewust te maken dat we aardig en attent moeten zijn in de kleine samenleving om ons heen. Hoeft niet altijd door zwaaien te gebeuren, groeten kan voldoende zijn. Groeten vind ik aangenaam, om te doen en ook om te ondergaan. Je hebt het gevoel dat je ergens deel van uitmaakt. Hoffelijk is het ook.
Sommige mensen zeggen als je ze twee keer bent tegengekomen: “Volgende keer trakteren.” Daar lachen ze schalks bij. Terwijl ik enorm van trakteren houd, om te doen en te ondergaan, vind ik het in verband met groeten nooit een uitstekend voorstel.