In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Trompet
Bij de dood van Anneke Grönloh denk ik aan de dagen waarmee zij onlosmakelijk verbonden was, in mijn geval de eerste helft van de jaren zestig. Met haar repertoire had ik weinig, maar ik vond haar sympathiek.
Haar liedjes klonken dikwijls door ons huis, niet alleen uit de radio, mijn moeder zong ze ook, op volle kracht, samen met vriendinnen (`tantes’ voor mij) die vaak vrolijk op bezoek waren. `Brandend zand en een verloren land en een leven vol gevaar’. Wim Kan heeft het lied al eens geanalyseerd en we waren het allemaal met hem eens: tamelijk onbegrijpelijk. Dat vond ik ook al toen de stemmen van mijn moeder en haar vriendinnen het vertolkten. Mijn vader verliet dan zo ongezien mogelijk de kamer en trok zich met wat kranten op zolder terug. Inmiddels weten we dat `Brandend zand’ min of meer over blinde lust gaat, maar of Anneke Grönloh dat besefte toen ze het zong, geen idee.
Een van de tantes zei op een van die nog net niet verdwenen dagen dat ze `iets leuks’ voor me had en ze gaf me twee grote foto’s die in het tijdschrift Libelle zaten, de middelste pagina’s en dan uitgeklapt, kleine affiches. “Voor je kamer,” zei de tante. Die tante vond ik nogal wat, dus ik nam graag iets van haar aan.
De kleine affiches waren foto’s van Sjoukje Dijkstra en Anneke Grönloh, niet samen, afzonderlijk. Sjoukje Dijkstra had ik hoog, wie niet toen, maar als jongen hoefde je haar afbeelding niet per se op je kamer. Anneke Grönloh eerlijk gezegd ook niet, maar ze was iets makkelijker te verdragen dan Sjoukje Dijkstra. “Ik kom straks wel kijken hoe ze hangen,” zei de tante. Anneke Grönloh had op die foto losjes een trompet vast, terwijl ze dat instrument, volgens mij, niet bespeelde.