Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Trooster

Het is tegen middernacht als ik iemand hoor snikken. Ik zit aan een klein bureau op een hotelkamer in Santiago de Compostela. Het hotel ligt aan de rand van de oude stad. Een zachte zomeravond, bijna stil. In de verte is er nog wat verkeer hoorbaar, maar vanuit het oude centrum komen nauwelijks geluiden.
Het snikken is behoorlijk intens en afkomstig van een vrouw. Het houdt ook niet op. Soms wordt het meer dan snikken, het tragische geluid dat bij huilen hoort. Dat duurt telkens maar even, dan wordt het weer snikken. Het huilen is minder hard dan het snikken.
Er wordt iets in mij gemobiliseerd, een reactie op hulpbehoevendheid, maar met die reactie weet ik geen raad. Als ik de vrouw die snikt, zou zien, dan kon ik een gebaar maken dat erop wijst dat ik best iets wil doen.
Ik loop naar het raam en dan hoor ik dat het snikken uit de kamer precies onder de mijne komt. De ramen ervan staan open. Ik zie een gedeelte van de arm van de vrouw die snikt. Die ligt in de vensterbank (rare zin, de arm zit nog wel aan de vrouw vast). Ze geeft haar verdriet de ruimte, ik bedoel, ze had ook niet voor het open raam kunnen zitten.
Snikken in een hotelkamer is erger dan thuis, lijkt me. Ik heb er geen verstand, want ik heb nog nooit in een hotelkamer gehuild, maar misschien heb ik dat wel gedaan en inmiddels verdrongen.
Ik hoor alleen het snikken, geen sussende stem, ook geen stem die hoort bij iemand die het snikken veroorzaakt.
Waarom klop ik niet subtiel op haar deur? Als Grote Trooster.
Even later hoor ik haar telefoneren. Spaans is een mooie taal, maar toch minder als die geschreeuwd wordt. Het is niet mis! De opluchting dat ik me nergens me bemoeid heb, is héél even adembenemend.