Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Uitkijken

Mijn fijne buurvrouw en ik staan na te praten over de wedstrijd van vrijdagavond. Dat doen we al twee dagen. Tijdens het juichen bij het derde doelpunt heb ik haar beschadigd, geloof ik, maar daar komt ze niet op terug. Haar zoon stapt op zijn fiets om te gaan hockeyen (die sport bestaat ook nog – Wat een feest zaterdagmiddag! De juichende hockeyvrouwen juichen nog stééds in mijn hoofd). Mijn buurvrouw wil iets naar hem roepen, maar slaat streng haar hand voor haar mond. Ik vraag wat er is. Ze zegt dat ze `Pas op! wilde roepen, want er kwam een auto van rechts, maar haar zoon is er tégen dat ze dat doet, want hij zegt heel goed voor zichzelf te kunnen zorgen. Hoe oud is hij? Dertien, denk ik. Mijn buurvrouw zegt dat hij gelijk heeft. Wat gebeurt er tussen ouders en kind wanneer er zoiets aan de orde is. Ik heb vast ook tegen mijn moeder gesnauwd dat ik zelf heel goed kon uitkijken, waarschijnlijk toen ik me tegen iedere vorm van bemoeiing begon te verzetten, de eerste pogingen een eigen leven te gaan leiden, waar je daarna de rest van leven over doet. Mijn moeder zegt trouwens nog steeds dat ik voorzichtig moet doen, als ik haar bel om te melden dat ik op reis gaat. Ik zucht niet meer dat ik dat zelf wel uitmaak, integendeel, ik vind prettig dat ze dat zegt, ook omdat ze het enorm meent. In mijn kindertijd ging ik regelmatig zwemmen in het Wylermeer. Als ik dan mijn fiets pakte, zei mijn moeder vaak: `Denk erom, niet verdrinken.’ Altijd als ik te water ga, hoor ik haar dat weer zeggen. Nuttige woorden.