Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Verstandig

Had ik maar. Of: had ik maar niet. Probeer ik zo min mogelijk te denken of te zeggen.
Toen ik behang in de behangwinkel ging halen, nadat het daar twee maanden terug was besteld, in Hongkong, moest ik ineens aan een ander woord denken, het woord `verstandig’. Mijn moeder zei het vaak tegen me, niet alleen toen ik kind was maar misschien wel vooral daarna: `Doe je wel verstandig, jongen?’. Mijn moeder leeft niet meer en nu moet ik zelf die vraag stellen, aan mezelf dus, en dat doe ik niet.
Behang uit Hongkong. Voor de slaapkamer. Die vraagt om rustgevende taferelen. Op het behang staan nogal wat rustgevende taferelen, bloesems, vogeltjes, dat soort rust. Zeven kleine rollen.
`Het is inderdaad heel speciaal,’ zei behangwinkelvrouw.
Ik kreeg er een pot lijm bij cadeau, `voor het ongemak’. Ik wist niet welk ongemak ze bedoelde en toen ze zag dat ik zo keek, zei ze: `U heeft er een tijdje op moeten wachten.’ Nog nooit kreeg ik een pot lijm cadeau.
De vrouw vroeg `Gaat u zelf behangen?’, een vraag waarvan ze schrok, ze wendde meteen haar hoofd af en zag dus niet dat ik enorm ontkennend keek. Ze zei: `U moet overlappend behangen en dubbel doorsnijden.’ Zoiets.
Ik belde een behanger en vroeg of hij kon behangen. Die vraag viel verkeerd: `Zaterdagochtend ben ik om een uurtje of negen bij u.’
Zaterdagochtend belt hij om iets voor half 9 aan. Is dan toch vroeg. Ik zeg: `Sorry dat ik nog niet paraat sta.’ De behanger vindt dat vreemde woorden. Ik zeg: `U moet, geloof ik, overlappend behangen en dubbel doorsnijden.’ Ook dat vindt de behanger vreemde woorden, uit mijn mond.
Pas dan besef ik, en dat besef nadert meteen het kookpunt: had ik maar geen behang uit Hongkong besteld.