Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Verstandig

Vorig jaar om deze tijd was er iets met mijn hart, iets wat nog niet ernstig was, het was een beetje te groot. Vond ik prettig om te zeggen: ik heb een te groot hart. Mijn cardioloog, een kordate en ook zachtmoedige vrouw, schreef pillen voor en verwachtte dat het defect binnen een paar maanden hersteld was.
Bij onze tweede ontmoeting zei ze: “Ik ben vergeten u iets te vragen.” Ik wist meteen wat dat was. Daar kwam het: “Drinkt u alcohol?” Ik antwoordde dat ik dat deed. Ze vroeg niet hoeveel en zei: “U weet dat alcohol gif is?” Ik knikte bedremmeld. In mijn kringen wordt het niet zo genoemd, maar ik ben natuurlijk niet achterlijk. “Ik raad u dringend aan daarmee te stoppen, het kan de veroorzaker zijn van wat er mis is met uw hart.”
Op drie uitzonderingen na onthield ik me een maand of zes, tot het volgende onderzoek. Daaruit bleek dat mijn hart weer op orde was. We waren blij, de cardioloog en ik.
Ze stelde voor me over een halfjaar terug te zien. Ik sneed de alcoholkwestie aan. Ze begreep mijn toon en zei: “Af en toe een glaasje mag natuurlijk, maar liever niet, want u weet…” Ik maakte de zin af: “Dat alcohol gif is.” Ik had het nog nooit gezegd, het moest er een keer van komen.
Vrijdag was ik weer bij haar. Ik zei dat ik me goed voelde. Maar ook dat af en toe een glaasje niet altijd opging. Ze had heus wel in de gaten dat ik deze bekentenis wat terughoudend formuleerde. Ze vroeg niet naar details en dacht na, terwijl ze teer glimlachte. Toen boog ze zich naar me toe: “Ik dénk dat u een verstandig mens bent.”
Ik doe al lang mee aan het leven, maar dit heeft nog nooit iemand tegen me gezegd. Graag wil ik iets met het compliment doen, maar weet nog niet wat.