Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Verstenen

Afgelopen vrijdag in de file stond voor me een camper, achter me ook een en naast me ook. Rechts uitzicht op een bedrijventerrein onder een onbarmhartige zon. Ik voelde me vreemd verpakt in het zomerse Nederland van 2023.
En ook vroeg ik me af hoe het moest op al die campings. In Nederland mag je met je camper niet overal gaan staan, nee zeg, zou een mooie boel worden, en van een mooie boel worden we collectief onrustig. Al die campers moeten ook op de campings een plekje vinden.
De Gelderlander van gisteren gaf ons veel informatie over deze kwestie. Ik leerde ook dat het woord verstenen nog een andere betekenis heeft dan die ik kende: vakantiehuisjes bouwen. Voor veel campingondernemers is `de verleiding om verder te verstenen’ groot, want ja, levert meer geld op. Heeft de branche nodig. 
Er is nog plek voor caravans en tentjes, maar niet zo veel meer. Ik kwam ook het woord `heerlijk’ tegen, Volgens mij zeg je dat in een tent of aan een tafeltje voor de caravan sneller dan ik een huisje. Hoort bij de open lucht.
Voor het laatst kampeerde ik een paar jaar voor het begin van de nieuwe eeuw. Ik zeg het zo gecompliceerd om aan te geven dat het een andere tijd in mijn leven was. Op Terschelling, aan de rand van een klein bos, vroege zomer, enorm slecht weer, harde wind, regen, wild bewegende bomen die veel nattigheid tegen het tweepersoonstentje zwiepten, achter ons een grimmig bulderende zee. 
We maakten lange fietstochten, al gauw langs dezelfde plekken. Was best een karwei met veel te veel wind van alle kanten.
Tegen de avond weer terug in het tentje, op je buik liggen, lauw biertje binnen handbereik, je hoofd net iets voorbij de ritssluiting en ik zei het echt: `Heerlijk.’