In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Vertrouwen
Een mevrouw van de bank belt: “U weet dat u meer kunt doen met uw spaargeld?” Haar stem klinkt blij en bezorgd. Ik denk aan mijn moeder. Als mijn vader aan het begin van een vakantiereis in de auto stapte en zei “Ik weet nu precies hoe ik moet rijden”, zei ze: “Wat fijn, jongen.” Dan klonk ze net zo, blij en bezorgd.
Maar ik moet niet aan mijn moeder denken, maar aan de vraag van de mevrouw van de bank. Ik geloof dat ik haar goed citeer. Ze zei in ieder geval zoiets. Even stel ik me voor dat ze zojuist aan me zat te denken en op de computer vertederd naar mijn spaargeld keek.
Ik zeg zo hoffelijk mogelijk: “Mevrouw, ik zit aan iets te werken waarbij ik niet gestoord kan worden. Kan het een andere keer?” Deze twee zinnen heb ik van buiten geleerd, maar het is ook waar, ik zit diep in gedachten te werken. Waarom ik op het belsignaal reageerde, is me een raadsel.
De mevrouw belooft het en ik wil mijn bezigheden voortzetten, maar blijf toch aan het korte gesprek haken. Misschien kan ik inderdaad meer met mij spaargeld doen, ik heb daar nooit over nagedacht. De mevrouw van de bank zal vast goede bedoelingen hebben, maar die betreffen niet alleen mij, maar ook de bank waarvoor ze werkt, misschien nog wel meer.
Waarom denk ik dat? Achterdocht?
Ik lees dat Nederlanders meer vertrouwen hebben, in elkaar, in instanties, ook in banken. Dat is onderzocht door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ik vind het aangename informatie, want ben gek op vertrouwen. Ik geloof dat ik in principe iedereen vertrouw. Dat zit in mijn aard. Waarom dan toch een vraagtekentje bij de mevrouw van de bank?
Vertrouw ik mijn eigen vertrouwen? Misschien een uitstekende vraag om de zomer me te beginnen.