In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Vet
Hier om de hoek is een nieuw cafetaria: Oma’s Friet. In de buurtkrant las ik iets over de uitbaters, energieke mensen, maar geen van hen oma. Alle oma’s in mijn omgeving, het worden er steeds meer, hebben het te druk voor dit soort dingen. Ze zijn vooral onstuitbaar in de weer met de jonge kleinkinderen, want de vaders en moeders van die kleinkinderen hebben hun handen vol aan hun werk. Zonder oma’s zou de samenleving minder soepel draaien, dat staat vast.
Al die oma’s die de kleinkinderen van school halen, amuseren, te eten geven en daarna in bed leggen, inclusief voorleessessie, zullen nooit klagen dat het best veel werk is, want ze moeten juist blij zijn dat ze dit mógen doen. Misschien te kort door de bocht gezegd, maar zo zit het ongeveer.
Ik noem hier de opa’s even niet, voor hen geldt hetzelfde, maar ik begon dit stukje met een nieuw cafetaria die Oma’s Friet heet. Niemand zal het in zijn (m/v/x) hoofd halen een cafetaria Opa’s Friet te noemen, want dat klinkt niet populair: slecht vet, matige ventilatie en overal enorme troep, zelfs viezigheid op de stoep. Bovendien worden de bestellingen niet onthouden.
Nee, dan oma!
In de supermarkt kopen we erwtensoep waarop staat dat het Oma’s Erwtensoep is. Ik houd niet van erwtensoep en dat is in mijn jeugd begonnen. Bij mijn oma. Die kookte wel, maar dat was vooral een handeling. Laat ik het zo zeggen: essentieel eten. Haar erwtensoep was niet te doen, misschien een feest voor de liefhebber. Dat was alleen mijn opa, maar bij de hele familie was bekend dat hij deed alsof. Anders waren de rapen gaar.
Oma’s Friet of Oma’s Soep of van alles van Oma, de oma’s en opa’s van nu moeten zich verzetten tegen deze commerciële klefheid.