In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Vinger
Vandaag is het Nationale Plasdag en daar maak ik geen grapjes over, want de bedoeling is dat we stilstaan bij een probleem waarvan een half miljoen Nederlanders last hebben: incontinentie. Is geen ziekte, maar een aandoening. `Aandoening’ vind ik een sympathiek woord: je kunt er niets aan doen, het overkomt je. Wat mij betreft is heel veel een aandoening. Door er in dit stukje over te beginnen sta ik dus stil bij de Nationale Plasdag en tegelijkertijd vraag ik me af wat dat betekent. Ik weet dat het probleem bestaat en neem het ook serieus, maar wat is verder mijn rol op de Nationale Plasdag? Misschien zijn er in mijn omgeving mensen die last hebben van de aandoening, maar dat weet ik niet zeker, want niemand begint erover. Moet ik iets doen aan de bespreekbaarheid? Moet ik het in de gesprekken die ik vandaag voer, aan de orde stellen? Ik vind een Nationale Plasdag een nogal groot ding, waarmee ik de aandoening niet wil bagatelliseren. Misschien wil ik wel zeggen dat we niet te snel van dagen Nationale Dagen moeten maken. Natuurlijk denk ik wel aan de plas in mijn eigen leven. Dat je dus op school je vinger moest opsteken als je er een wilde doen. Zo heette het immers, nog steeds: een plas doen. De onderwijzer keek je verstoord en vragend aan of vroeg: `Wat is er?’ Dan zei je dat je naar de wc moest. Soms moest je even wachten, want `Het is zo pauze’. Het kwam ook voor dat je mocht: `Vooruit dan maar.’ Je liep de klas uit en iedereen keek naar je. En dan ging je dus een plas doen. Groot woord: plas.