Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Vroeg

Vreemd dat ik me had voorgenomen er niet over te beginnen, maar het toch doe. Gaat hierom: ik ben nu al een week of twee aan zee en iedere ochtend neem ik er een duik in. Vroeg. Weer of geen weer (maar er is altijd weer). `Duik’ is helaas niet het juiste woord. Was het maar een duik, dan was je er meteen doorheen.
Nee, wakker worden (dat is een voorwaarde), badjas aantrekken en dan naar de brede waterkant die strand heet: daar is dus de zee en daar moet je heen lopen. Temperatuur van het water 14, 5. Later in de zomer wordt die temperatuur hoger, maar meestal als je het over later hebt, duurt het nog een tijdje voordat het zover is. Eerst dat strand over en dan de zee in, nog steeds lopend, nee, je loopt tot het water bij je middel komt en vervolgens maak je een beweging die op een duik lijkt, je laat je voorwaarts vallen, de armen ambitieus gestrekt, en ondertussen hoor je jezelf een kreunend geluid voortbrengen. Dat gebeurde ook al op het moment dat een eerste golf je in de kruisstreek raakte – ja, dát is het moment waarop je denkt: waar ben ik mee bezig?
Op dit uur zijn er nauwelijks mensen op het strand. Hier en daar iemand met een hond, een hond die alles gewéldig vindt. Inmiddels ben je aan het zwemmen en het koude water is niet meer adembenemend, integendeel: héérlijk! Dat zeg je ook tussen de zwemslagen door: `Héérlijk!’ 
Na een minuut of twintig is het mooi geweest, je loopt weer door het water naar het strand waar de badjas ligt en, in mijn geval, de bril. Het erge is nu dat je dan dus hoopt dat een van die hondenuitlaters iets zegt, een paar bewonderende woorden, maar dat gebeurt zelden. Gisteren een volle mevrouw: `Weet u misschien hoe laat het is?’