Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Vrolijk

In april heb je de Secretaressedag, internationaal, geloof ik, maar daar doe ik niets aan, want ik heb helaas geen secretaresse. Graag was ik met een forse bos bloemen  gekomen of met het voorstel te gaan dineren in het beste restaurant ter wereld. Ook is er de Week van het Brood, maar ik weet niet wanneer, ook niet of die nog bestaat. Als ik hoor dat die er is, denk ik: brood, nou ja, brood. 
Wat ik wil zeggen is dat er veel van die speciale dagen of weken zijn waarmee ik weinig heb. Bovendien kom ik er meestal te laat achter. Complimentendag bijvoorbeeld, begin maart. Hoorde ik tegen middernacht, geen compliment gegeven, geen compliment gekregen, niks. 
Afgelopen week was het de Week van het Hartritme. En daar stapte ik maandag bewust in, want dat heb ik, een hartritme. Is zelfs iets mis mee, want al twee keer is mijn hart stilgezet en daarna weer aan, gelukkig. Doe je ook met een computer die kuren vertoont: even uit en aan, klaar. 
Toen ik hoorde dat het moest, pas geleden, zag ik er even tegenop, maar niet lang, want ik was benieuwd naar de gang van zaken, vooral als het hart in stilstand was. Om het maar eens kort door de bocht te zeggen: dan ben je dus héél even min of meer dood. Hoe zou dat zijn? Je wordt in slaap gebracht, opdat je niets merkt van wat ze met je doen, maar in mijn slaap maak ik iedere nacht van alles mee, zo veel, dat ik twee levens leid, en daar kan ik moeilijk bezwaar tegen hebben. Maar tijdens de slaap in het ziekenhuis beleefde ik niets. Helaas, want graag had ik erover verteld. 
Ik moest dus twee keer een beetje dood, maar die tweede keer had mijn hart het ritme waarmee het vrolijk verder kon.
Dat dacht ik dus de hele week: ik ga vrolijk verder.