Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Waar

Wat je natuurlijk ook krijgt: ik ben geen klager, maar soms even wel. Dat gebeurt dan zonder dat ik er erg in heb. Ik was naar de supermarkt geweest en zei dat het daar verschrikkelijk was. Dat was het ook, niet anders dan anders, maar de ene keer heb je er meer last van. Verder niet belangrijk. Maar toen ik dus verwend zuchtte dat het verschrikkelijk was, riep een van mijn intimi: “Zeur alsjeblieft niet! De mensen in Oekraïne hebben het erger. Daar is het pas verschrikkelijk!”
Is pijnlijk waar. Niks tegenin te brengen. Ik zwijg bedremmeld, maar voel ook licht verzet, hetzelfde verzet als er vroeger door me heen ging als een volwassene bars tegen me zei: “ Wacht maar tot je later groot bent. Dan piep je wel anders!” Blijkbaar piepte ik op dat moment inadequaat. Kan. Ik vond iets onrechtvaardigs in de berisping zitten, want ik was nog niet groot en daar kon ik niets aan doen.
Toen het later was geworden en ik groot, zei er soms een vriendin tegen me, niet één keer, ik hoorde het vaker: “Jij weet niet wat het is om zwanger te zijn. Bemoei je er dan ook niet mee.” Ik zal me vast met iets bemoeid hebben waarmee je je alleen mocht bemoeien als je zwanger was of kon worden, maar dat had ik dan even niet in de gaten.
Maar ja, het is wel een terechtwijzing waartegen ik me nauwelijks kan verweren. De kern ervan is enorm waar: zwangerschap is niet voor me weggelegd.
Maar ja.
Nog een voorbeeld: “Als je nooit in Mozambique bent geweest, moet je je mond houden.”
Doe ik dan meteen.
Ik moet inderdaad ophouden te snel iets verschrikkelijk te noemen. Het woord is in bijna in alle omstandigheden veel te groot, behalve wanneer het over oorlog gaat, maar dan hoef je het niets eens te zeggen.