Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Wereld

`Wie is de laatste?’ vraagt de vrouw die hier duidelijk voor het eerst komt. Jaar of dertig, net onder de douche vandaan, frisse oogopslag.
We zijn in de spreekkamer van wel zes huisartsen, een medisch centrum. Ik kom er niet zo vaak, maar toch vaker dan ik strikt noodzakelijk wil vinden. Het is er altijd druk en ik kijk graag om me heen, want wat er van de hele wereld in Nederland woont, is hier sterk vertegenwoordigd. Naast me zit een oude Chinese vrouw die het aangenaam vindt met iedereen te praten, maar ja, ze beheerst het Nederlands niet. Haar leuke dochter moet alles vertalen, wat ze een beetje verlegen doet: `Mooi groen jasje.’ Ze wijst namens haar lachende moeder naar mijn jasje. Ik zeg dat het bij de herfst hoort. De dochter vertaalt dat. Haar moeder denkt, lachend, over die woorden na.
Er is een nieuwe dokter, die nog erg jong is. Hij heeft haar dat je niet door een gewone kapper moet laten knippen, maar door een barbier. Telkens kijkt hij nogal angstig de spreekkamer is, voordat hij een naam uitspreekt die hij soms lastig vindt om uit te spreken. Als de betreffende patiënt zich dan meldt en ze elkaar een hand geven, zegt hij snel: `Haai, goeiemorgen, haai.’
Om me heen wordt druk getelefoneerd. Ik probeer de talen thuis te brengen, wat niet in alle gevallen eenvoudig is. Wat ik maar wil zeggen: we zijn erg met elkaar bezig daar in die spreekkamer, waar zacht veilige klassieke muziek klinkt.
`Wie is de laatste?’ vroeg de nieuwe vrouw zojuist. Vraag doet er hier niet toe. Niemand reageert. Ik ook niet wat ik mezelf onmiddellijk verwijt. Kom op. Een Marokkaanse vrouw en ik staan nu tegelijkertijd op en wijzen naar de balies. We lachen. Altijd goed, lachen.