Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Zonderling

Goed zo, denk ik als ik lees dat steeds meer Afrikaanse landen onze afgedankte kleding niet meer willen. Ze vinden het belangrijk dat hun eigen locale kledingindustrie beter gaat werken.
Telkens voelde ik me schuldig als ik een plastic tas vol kleding in zo’n inzamelbak gooide. Ergens in me gromde ook een zwak compliment: ik ben een groot voorstander van de zorgzame samenleving, nationaal en internationaal, en zo droeg ik toch maar móói mijn steentje bij. Maar dan ging ik over mijn bijdrage nadenken. De kleding die ik in de inzamelbak deponeerde, was niet eens afgedankt, want aan afdanken was ik in de meeste gevallen niet toegekomen. Veel kleding had ik niet eens gedrágen, vooral kleding waarvan ik dacht `leuk’ toen ik die in de winkel zag: leuk jasje, leuke trui, leuk overhemd. Ik ga niet meer zeggen dat we het woord `leuk’ te vaak gebruiken, maar dat is helaas wel zo.
Goed, die leuke trui moet ik dus hebben, meestal op een dag die niet om een trui vraagt, hartje zomer, de mussen vallen van het dak, maar, besef ik daar: straks wordt het weer winter en waarom dan niet eens een rode trui, want ik heb nooit een rode trui aan? Tijdens zo’n overweging wordt mijn haar slap, zakt mijn lichaam een beetje uit en gaat onder mijn schedeldak matige kerstverlichting aan, maar dus toch die trui kopen. Die gaat dan in de kast, op een veel te hoog stapeltje andere leuke truien.
Vier maanden later sta ik er weer mee in mijn handen. Trui aan, in de spiegel kijken, hé, wie hebben we dáár, wie is die bolle zonderling in kerstverpakking? In een mum van tijd loop ik naar de inzamelbak, de eerste fase in het traject richting Afrika. Terwijl ik terug naar huis loop, lekker luchtig zonder leuke rode trui, zie ik ineens voor me dat de trui aan een man in Burundi wordt aangereikt. Hij schrik er vaag van, maar heeft geleerd dankbaar te knikken. Misschien denkt hij: ijspret!