Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Uitverkocht

Dadelijks dwaal ik door herinneringen. Misschien moet ik het anders zeggen: de herinneringen dwalen door mij, ze overkomen me. Niet omdat ik iemand ben met een zucht naar vroeger, helemaal niet, maar herinneringen die er toe doen, horen bij wat er nu gebeurt.
Ik herinner me dat ik een jaar of twintig geleden op deze plaats schreef over de bekende 1 aprilgrap uit mijn kindertijd, maar de herinnering aan wat ik toen schreef is een beetje verbleekt, wat dus ook geldt voor de herinnering die toen aan de orde was. Ooievaarskuitenvet, daar ging het om. Eerste klas lagere school. De onderwijzer vroeg of ik dat even bij de drogist kon halen. Dat deed ik. Ik herinner me scherp hoe ik daar liep. Het was een zonnige ochtend en ik herhaalde om de haverklap het woord ooievaarskuitenvet, want daar had ik nog nooit van gehoord, wat ik niet raar vond, want ik had wel van meer niet gehoord, ik zat niets voor niets op school.
De drogist zei doodernstig dat het ooievaarskuitenvet helaas uitverkocht was. Ik herinner me niet meer wat mijn reactie was. Waarschijnlijk vond ik het erg met lege handen terug naar school te gaan. Ik zie me de klas in gaan: “Meester, de drogist had geen ooievaarskuitenvet meer.” (Dit is waarschijnlijk echt de laatste keer in mijn leven dat ik ooievaarskuitenvet opschrijf.)
Ik denk dat de onderwijzer vroeg of ik wist wat voor een dag het was. Toen begon de hele klas te lachen. Dat staat me wel nog helder bij. Niet wat ik toen dacht. Ook niet of ik ook lachte. Ook niet of ik me schaamde, wat waarschijnlijk het geval was.
Dat de herinnering gaten vertoont, komt doordat dit soort humor het nu niet meer redt, wat ik snap, geloof ik, maar wat ik snap, blijft vaag.