Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Brommertje

“Pas maar op,” zegt de patiënt voor me. “Het is oorlog.” Hij wijst naar de fysiotherapeut bij wie ik dadelijk op de behandeltafel ga liggen. Zijn praktijk is in de fitnessclub, in een afgezonderde ruimte, dat wel. Het heeft iets handigs: ik overdrijf vaak in de fitnessruimte en kan dan meteen met de blessure naar de fysiotherapeut die me dan weer nieuwe oefeningen voorschrijft die ik ter plekke kan doen. Als ik ervoor in de stemming zou zijn, kan ik een minstens een halve dag in de fitnessclub doorbrengen.
Nu ben ik bij de fysiotherapeut omdat ik iets gedaan heb waardoor ik scheef ben gaan lopen. Had ik zelf niet door, anderen wezen me erop. Onprettig zinnetje: “Je loopt scheef.” Doet me ook denken aan scheef schaatsen.
De fysiotherapeut zegt: “Ga maar liggen. Op je buik.” Ik hoor zijn stemming. Normaal vraagt hij hoe het gaat en dan bedoelt hij niet in het algemeen, nee, zijn vraag richt zich op de blessure.
Ik vraag wat hem is overkomen. Hij zegt dat hij vanochtend met zijn brommer het stadscentrum in kwam rijden en toen zag hij een bord waarop stond dat hij dat niet meer mocht. Op die brommer dus. Want die is van voor 2010. “Dat wist ik wel, maar ik had het voor me uit geschoven.”
“Uitstelgedrag,” analyseer ik kreunend want het is net alsof hij een spier in mijn rug naar mijn maag wil verplaatsen.
De fysiotherapeut is blij met mijn typering. “En dan zie ik dus al die vrachtwagens. En auto’s die er slecht aan toe zijn. Ik zie cruiseschepen in de haven liggen.” Gelukkig horen we op dat moment een vliegtuig laag over vliegen. “Heb ik het niet eens daarover! En dan zou mijn brommertje niet mogen. Wel doorademen, Thomas.”
Ik verplaats me altijd enorm in problemen van anderen