In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Moeite
Als mijn vader een boek kreeg of kocht, schreef hij voorin altijd zijn naam en de datum van die dag. De avond voor zijn crematie liep ik langs zijn boekenkast, pakte er hier en daar een boek uit en merkte dat ik ook in een soort dagboek van zijn leven verzeild was geraakt. Ik zag en las in welke dagen er iets aan hem was toegevoegd, een denkbeeld, een inzicht, een avontuur, amusement.
In de laatste jaren van zijn leven gaf hij me zo nu en dan een boek uit zijn verzameling, nooit zomaar, hij vertelde er altijd iets bij, met zo’n boek gaf hij me niet alleen dat boek.
Vandaag wordt Jan Cremer 80. Hij is nog steeds jong, hoorde ik zaterdag op de radio toen Frits Spits met hem sprak. Dat bén je als je iedere dag de beste van je leven vindt.
Ik pakte Ik Jan Cremer uit mijn kast, het enige boek dat ik nog van hem heb. Afgelopen jaren deed ik vaak boeken weg, altijd met tegenzin, alleen maar vanwege ruimtegebrek. Ik Jan Cremer heb ik gehouden. Het komt uit de boekenast van mijn vader. Wanneer hij het me gaf, weet ik niet meer, wel wanneer hij het kreeg, op zijn verjaardag in 1964, 4 november. Hij werd 41. Het was een cadeau van mijn moeder, ik stond erbij, ik werd een maand later 12.
Meestal werden verjaardagscadeaus bij ons in de ochtend gegeven, maar nu niet. Het was een zonnige namiddag, hartje herfst. Mijn vader nam het boek vrolijk in ontvangst, mijn moeder lachte ook.
Het boek had een reputatie, ik was nieuwsgierig. Mijn ouders legden het hoog in de boekenkast. Ik moest mijn best doen erbij te komen, maar het lukte wel. Volgens mij wilden mijn ouders het zo: als ik besefte dat ze vonden dat ik er nogal wat moeite voor moest doen, mocht ik het best lezen. Deed ik beschroomd.