Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

File

Begin deze week dacht ik nog: misschien moet alles er maar af. Mijn haar in dit geval. Als het bij mij iets langer is dan, ja dan wat? zeggen sommige mensen dat ik `een ouwe hippie’ ben. Tegen vrienden die even oud zijn als ik en ook dat soort haar hebben, wordt het nooit gezegd. Zit ‘m dus niet alleen in het haar, zal mijn hele uitstraling zijn. Of ik het lastig vind, weet ik niet. Destijds was ik te jong om een echte hippie te zijn, maar misschien heb ik dat later ingehaald.
Maar goed, begin deze week was het nog niet duidelijk dat we met ons allen verdiend hebben dat de kappers maandag weer open mogen en overwoog ik een geheel kaal hoofd. Heb ik nog nooit gehad. Daarom zag ik ertegenop. Zou ik voor de spiegel denken: lekker fris koppie? Dat zijn moeder altijd als ik naar de kapper was geweest. Ik vond het nooit lekker fris en voelde me bitter ongemakkelijk met de toetakeling.
Wat zou mijn omgeving roepen als ik helemaal kaal was. Je moet zoiets uiteraard uitleggen. Liefst met een beetje leuk verhaal, overtuigend ook. Niet “Ik dacht: even wat anders” en daar dan bijdehand bij kijken.
Hoeft dus allemaal niet. Maandag kan ik weer bij mijn kapper terecht. Of maandag? Er is vast een file.
Hij knipt vooral vrouwen, wat na de onthouding een tsunami van uitgroeiproblemen betekent. 
Ik verheug me niet op wat, geloof ik, `het gesprek aan de voorkant’ heet. Dus dat ik, voordat er geknipt wordt, eerst moet beloven dat ik gezond ben, wat moeilijk kan zijn met een astmakuchje. Daarbij is hij érg bezig met de relatie lichaam-geest. “Wat is gezond?” zal hij zich boeddhistisch afvragen. Ook weet ik zeker dat hij vindt dat het allemaal onze eigen schuld is, wat best zo kan zijn, maar ja.