In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Werkelijk
Dromen doe ik snel. Als ik bijvoorbeeld in de trein in slaap val. En ik maak me er moeilijk uit los als de conducteur Veenendaal-De Klomp omroept. Ik ben dan nog in een ander landschap of stad, vaak veel eerder in mijn leven.
In mijn lange slaap, meestal in de nacht, tuimelen de dromen over elkaar heen. Vol wonderlijke gebeurtenissen word ik wakker. Ook onheilspellende waarover ik tijdens het tandenpoetsen diep kan nadenken.
Als er in een boek wordt gedroomd, sla ik die passage meestal meteen over, behalve – en dat voel je bij de eerste woorden- als het een oplossende of sturende droom is. Alleen maar een droom omdat het zo’n bijzondere droom is, nee.
Dromen zijn strikt particulier.
Als iemand me een droom vertelt, haak ik af, overigens zonder dat de ander het merkt – ik blijf geïnteresseerd kijken. Behalve natuurlijk wanneer zo’n droomverslag begint met: “Jij en ik, liepen omarmd door een bloemenweide en… ” Dan is er iets aan de hand. Kan aangenaam zijn, maar ook helemaal niet.
De afgelopen dagen hoor ik dikwijls praten over de gedroomde kandidaat om de gestrande Lodewijk Asscher op te volgen. Vind ik altijd een vreemde uitdrukking: gedroomde kandidaat. Alsof die kandidaat in een droom verscheen. Ik weet ook wel wat er wordt bedoeld, ja zeg! Maar toch. Je hoort ook: droomkandidaat. Ik zou erg opzien tegen een droom waarin de heer Timmermans opdoemt. In een stuk of tien talen. Mevrouw Arib daarentegen is iets anders omdat ze iemand anders is. Als tegen me wordt gezegd: je gaat vannacht van mevrouw Arib dromen, nou, dan zoek ik onmiddellijk mijn zondagse slaapmuts.
Graag wil ik denken dat gedroomde kandidaten de werkelijkheid veel te werkelijk vinden. Ik ook trouwens.