Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Herfstvakantie

Nog steeds ben ik een groot liefhebber van bioscoopbezoek. Blijft toch iets anders dan `op de bank met filmpje’. Film in de bioscoop is nooit een filmpje. Alleen daarom al. 
Graag ga ik overdag, je hoeft maar een paar passen te zetten en je bent weg uit het dagelijks leven. Je belandt in een ánder leven dat je amuseert, ontroert, bijna twee uur in spanning houdt, waar je in ieder geval over nadenkt. En in die gedachten verzonken loop je dan weer het daglicht in, je wereld is veranderd, ook al hoef je niet meteen te weten wat die veranderingen betekenen of kunnen betekenen.
Gisteren bezocht ik een kinderfilm, niet helemaal uit eigen beweging, nee, het is herfstvakantie, ik ken mijn verantwoordelijkheden. Was een film over de Minions, titel: Hoe Gru superschurk werd. Soort tekenfilm, zeg ik kort door de bocht.
Lang geleden dat ik een kinderfilm zag, ik wist niet wat Minions waren. Daar ga ik verder niet parmantig over doen, ik zocht het op: gele wezentjes die altijd al hebben bestaan en niets liever willen dan een kwaadaardige meester dienen. Of ik het exact goed samenvat, weet ik niet, maar daar komt het ongeveer op neer.
Laat ik er verder geen doekjes om winden: ik heb er weinig van begrepen. Ik zag wel wat er gebeurde, maar niet altijd waarom dat was en ook niet wat al die gebeurtenissen met elkaar te maken hadden en ook niet om wat of wie het nu eigenlijk ging. Irriteerde me dat? Nee.
Toen ik over een tapijt van popcorn, chips en snoep de zaal verliet, dacht ik: het is verfrissend, het is heus niet nodig dat alles helder is. Als je dat verwacht, gedraag je je verwend.
Wel voelde ik een vaag verlangen naar de Smurfen. Hield ik voor me. Mijn gezelschap had rode wangen.