In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Gepropt
Woord dat ik nog niet heb uitgesproken: spitstarief. Ik hoorde het een paar dagen geleden op de radio. Wordt over enige tijd verhoogd, in de treinen. Duurder dus.
Spitstarief. Klinkt even makkelijk en vanzelfsprekend als bijvoorbeeld servicekosten. Ook een woord waartegen ik bezwaar heb. Heb het altijd raar gevonden: het is je werk kaartjes te verkopen en dat doe je ook, maar daar horen servicekosten bij, voor de handeling die je werk is. Een bakker snijdt een brood in de snijmachine en ondertussen bespreekt hij intens het weer van die dag, afgerond met het gezegde: `April doet wat hij wil.’ Voor dat alles rekent hij geen servicekosten. Nee, hoort er gewoon bij.
Voorrijdkosten, heb ik ook zo mijn gedachten over. De loodgieter bijvoorbeeld. Hij heeft werk waarvoor hij naar de mensen thuis moet, kan gewoon niet anders, je kunt niet met de lekkende verwarmingsbuis naar hem toe. Is vaak ook een onbegrijpelijk bedrag, die voorrijdkosten. Ik bedoel dat je nooit snapt hoe die ongeveer berekend zijn. Ernaar vragen kun je niet, ja, je kunt het wel doen, maar dan krijg je: `Dat staat er nu eenmaal voor.’ Of zoiets.
Maar goed, laat ik daar maar niet over zeuren, want ik had het over het spitstarief.
Tijdens de spitsuren heeft de NS de meeste reizigers van die dag, Kaartjes zijn kostbaar. Er zit dan dus heel wat geld bij elkaar gepropt. Maar het moet méér geld opleveren. De overheid stem daarmee in, want dat hoort zo, geloof ik. Dezelfde overheid die ons voortdurend stimuleert de auto te laten staan en als-je-blieft gebruik te maken van het openbaar vervoer. Maar aan wat die stimulans veroorzaakt, hangt wel een prijskaartje.
Ook meestal een woord van niks: prijskaartje.