In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Bulgaars
Bij een fietsenrek met fietsen erin staat een groot geel bord met de tekst Parkeren fietsen. Soms kan ik van dat soort duidelijkheid houden. Ik weet dat ik ergens ben waar dienstbare orde heerst.
Dat is nu een oud, vermoeid ogend gebouw. Ik kom er mijn vijfde coronaprik halen. Of is het mijn zesde? Ik weet het niet. Daarom heet het gebouw in ieder geval priklocatie, wat ik een beetje grauw woord vind. We zullen een café niet graag een drinklocatie noemen.
Ik ben ervoor naar de rand van de stad moeten fietsen, naar een uithoek waar je niet van harte bent. Als ik me bij de balie meld, zie ik het meteen: een Bulgaars verhoorcentrum. Ik heb het over de uitstraling van het interieur, niet over de mensen die er werken. Die zijn vriendelijker dan vriendelijk en overal hangen bordjes waarop je kunt lezen hoe je moet lopen en waar je moet zijn.
De vrouw die me even later geprikt heeft en me het gevoel geeft dat ik goed bezig ben met mijn gezondheid, zegt dat ik nog een kwartier in de wachtruimte moet wachten. Ook nu weer aanwijzingen die me erheen leiden.
Wanneer ik daar plaatsneem zie ik een mevrouw in een artistieke jas verontwaardigd heen en weer lopen.
“Er is hier geen koffie,” zegt ze bars.
O ja, sommige mensen willen overal koffie kunnen drinken. Aan deze mevrouw is te zien dat ze gewend is aan wachten in wachtruimtes. Met koffie dus.
Ik zit tegenover een grote klok, het is helder wanneer mijn wachttijd erop zit.
Afgelopen lente had ik corona. Was er slecht aan toe. Keer daarvoor Kerstmis vorig jaar, maar toen was er eigenlijk nauwelijks iets aan de hand. Lichte verhoging, maar wel corona. Daarom mocht ik nergens heen, de kerstdiners gingen enorm aan me voorbij. Topdagen.