Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Delen

Welke gebeurtenissen in je leven zijn zo schokkend dat je je herinnert waar je was toen je er voor het eerst over hoorde? Word je ook weleens gevraagd: “Waar was je toen je hoorde dat president Kennedy was vermoord?” Degene die deze vraag stelt, weet het van zichzelf en zegt het na jouw antwoord. Een manier om ontsteltenis te delen. Meestal gaat het om schokkende momenten, met als uitzondering de eerste maanlanding, hoewel daar niet zo vaak naar gevraagd wordt als bijvoorbeeld naar waar je was op 11 september 2001.
Je weet het ook altijd. Ik lag in bed toen mijn moeder kwam zeggen wat er gebeurd was in Dallas. Op 11 september 2001 stond ik in Amsterdam in een nieuwscentrum naar de televisie te kijken in gezelschap van Amerikaanse toeristen die net als ik niet konden geloven wat ze zagen.
Toen op de loodgrijze ochtend van 2 november 2004 een vriend me belde om te zeggen dat Theo van Gogh was vermoord, zat ik een column te schrijven.
Gisteren tien jaar geleden was ik in Vlaanderen aan de rand voor een doodstil dorp in een villa van kennissen die er niet waren. Ik had die dag het nieuws niet gevolgd, zat min of meer opgesloten in de stilte daar. Om elf uur ’s avonds belde mijn zusje. Ze noemde de naam van een vriendin: “Zij zat erin!” Haar stem klonk gewond, maar ik begreep haar niet.
Toen hoorde ik over de ramp. De woorden `uit de lucht geschoten’ gingen als hard ijs in mijn hoofd zitten. Het gebeurt vaker, maar nu overkwam het ons allemaal, want de slachtoffers kwamen uit je omgeving. Kende ik iemand? Wie zou naar Kuala Lumpur kunnen gaan? Twee kwamen in aanmerking die belde ik. Om te horen of ze er nog waren. Dat was zo: “Gelukkig, je bent er nog.” Zeg je niet zo vaak.