Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Oud Vuil (2006)

 

Van veel te veel heb ik geen weet. Bijvoorbeeld dat er mensen zijn die kentekenplaten stelen om die te gebruiken bij tankstations. Dan kunnen ze daar wegrijden zonder te betalen. Met dat gestolen kenteken dus. Slappe criminaliteit vind ik dat. Pleeg dan een ramkraak, zeg, of help een gevangene vluchten. In de regio Arnhem was een paar dagen geleden bij een benzinestation een vastschroefactie. Woord kende ik niet. Het bestaat ook maar vaag, geloof ik. Nog nooit heb ik het iemand horen uitspreken en zelf zal ik het waarschijnlijk ook nooit zeggen. Die vastschroefactie was gratis en nogal wat autobezitters maakten er gebruik van. De Belangenvereniging Tankstations is daar blij mee. Begrijp ik. Mijn auto heb ik zojuist in een parkeergarage in Parijs gezet. Omdat ik daar ben dus. Eerst had ik een gesprekje gehad met de uitbater. Hij vroeg hoe lang ik van plan was de auto bij hem achter te laten. Toen ik die vraag had beantwoord, keek hij er enige seconden naar – met bijtende minachting, stelde ik vast. Het is een oud ding, ik weet het. Vervolgens liet hij naar de achterkant en schopte mijn kentekenplaat bestraffend op zijn plek. Die hing er daarvoor inderdaad en beetje raar bij, erg verticaal. Toen dacht ik aan de Arnhemse vastschroefactie, maar ja, vertaal dat woord maar eens. Ik wees dus naar mijn kentekenplaat en maakte vastschroefbewegingen. Moest ik twee keer herhalen en toen begreep hij me. Hij lachte niet van harte, maar wel hard, over een donkere pijngrens heen. Net of mijn auto niet meer meedoet.