In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Stoer
Gisterochtend hoorde ik rond een half acht op de radio een man over schapen spreken. Schapen waren zijn beroep. En voordat een schaap een schaap wordt, is het eerst een lammetje. Daar ging het vooral over, over lammetjes. Mooi lente-achtig onderwerp. Lammetjes stemmen altijd optimistisch, vooral als ze zich haastig voortbewegen door de wei. Met de man was iets aan de hand, wat met meer mannen aan de hand kan zijn: te stoer. Je hoorde goed dat hij lammetjes eigenlijk geen onderwerp voor een behoorlijk gesprek vond, veel te klein, te grappig en te lieflijk. Je ziet zo’n man ook soms bij een bloemenkraam. Hij beweegt zich onrustig, liever liep hij door een abattoir. `Doe maar een leuk bosje,’ gromt hij met tegenzin. En als de verkoper zegt dat hij de bloemen schuin moet afsnijden: `Jaja, geef maar hier.’ Ik denk ineens aan de natuur- en kabouterschilder Rien Poortvliet. Is al lang niet meer onder ons, maar vroeger was hij vaak, te vaak op televisie, met brandende pijp, en dan zei hij met een ijdel wegwerpgebaar: `Ach, ik zit graag van die beesies te verven.’ Persoonlijke vriend van prins Bernhard. Het opinietijdschrift voor vrouwen Opzij heeft deze week ook een manneneditie: Ophij. Voor wie zoals ik niet van woordspelingen houdt, is deze titel een bijtend probleempje. Maar graag zou ik het in de Ophij over dit soort stoerheid hebben. Waar komt die vandaan? De schapenman van gisteren voorspelde te veel lammeren en toen zei hij iets waarin hij zin had: `Het merendeel gaat hun carrière in de horeca voortzetten.’