In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Zenden
Tijdje geleden las ik een artikel over gapen. Een psycholoog legt daarin uit dat het een mysterieuze gang van zaken is en blijft. Dat laatste omdat er geen geld wordt vrijgemaakt om er onderzoek naar te verrichten. Het is een paar weken geleden dat het artikel me onder ogen kwam en sindsdien heb ik een beetje op mezelf gelet en vastgesteld dat ik nooit gaap, althans niet in de periode waarover ik het nu heb, terwijl ik soms erg moe was. Blijkbaar gaap je niet uit vermoeidheid. Wel uit desinteresse. Of als je ergens bang voor bent. De psycholoog noemt als voorbeeld: parachutespringen. Ik blijf even bij die vermoeidheid hangen. Als je vroeger als kind gaapte, zei een van je ouders: `Je moet vanavond maar eens vroeg naar bed.’ Náár zinnetje. Daarom keek ik een andere kant op als ik moest gapen of probeerde het te verbergen. Eén keer zag ik me dat laatste doen, in een spiegel, toevallig, en toen besloot ik dat voortaan te voorkomen. Iemand die een gaap probeert te verbergen, ziet er raar uit, vergelijkbaar met als je met volle mond ineens hard moet hoesten en dat proces probeert te remmen. Als de visite ’s avonds te lang blijft zitten, kun je ook gaan gapen (of ritmisch met de tandenborstel op tafel tikken natuurlijk), maar je gaapt niet meer als het bezoek eindelijk is vertrokken, terwijl je net niet deed alsóf je gaapte. Het gapen is ineens over. Waarschijnlijk was het dan toch desinteresse. Zelf word ik er onzeker van als iemand in mijn bijzin gaapt. `Verveel ik je?’ vraag ik dan. `Helemaal niet,’ zegt de ander en gaapt vervolgens weer. Ik kom even terug bij de psycholoog die zegt dat gapen ook een erotisch element heeft. Kort samengevat: je wilt naar bed met degene die tegenover je staat. Ik vind een geeuw geen erotische uitstraling hebben, moet ik bekennen. Maar zoals ik gisteren een dominee op de radio hoorde zeggen: alles is een kwestie van zenden en ontvangen.