In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Kwetsbaar
Zaterdagavond zag ik op het IDFA een film over Boudewijn de Groot, getiteld `Kom nader’. Het is een prachtige film, zorgvuldig gemaakt, kwetsbaar, vaak geestig ook, ontroerend (een woord waarop ik zuinig ben) en met een hoofdpersoon die moeilijk te karakteriseren is, maar hier toch gekarakteriseerd wordt. Op Eerste Kerstdag wordt die op televisie vertoond, na het eten. Zo kan het uitbuiken ook nog enig elan krijgen. De film is gemaakt door Suzanne Raes, gelukkig mijn buurvrouw. En mijn enthousiasme had ik ook op stoelen en banken gezet als ze niet mijn buurvrouw was. Ze werkte een jaar of twee aan die film en tijdens die twee jaar hadden we het natuurlijk regelmatig over de film en vooral dus over Boudewijn de Groot, van wie ik trouwens nog steeds cd’s draai, die van vroeger niet meer zo vaak, want die ken ik echt van voor naar achter van buiten, maar vooral wat hij de afgelopen jaren opnam, liedjes die passen in de herfst van het leven. Het eerste wat ik hem van hem hoorde was `Meisje van 16’, begin 1966. Hij had daarvoor al liedjes uitgebracht, maar die kende ik toen nog niet. `Meisje van 16’ was het eerste Nederlandstalige nummer dat indruk op mij maakte, maar als 13-jarige had ik maar weinig ervaring, en Ramses Shaffy kwam pas later dat jaar. `Meisje van 16’ begint zo lekker alarmerend: `Ze woonde in een villawijk, haar ouders waren stinkend rijk’. Had ik nog nooit iemand horen zingen: stinkend rijk. Boudewijn de Groot articuleerde keurig, maar toch rook je die rijkdom en alles wat daar mis mee was. Kort daarna kwam `Welterusten, Mijnheer de President’, het enige protestlied van Boudewijn de Groot, waarna hij belachelijk lang protestzanger werd genoemd. Krachtig nummer. Het was een aanklacht tegen het Vietnambeleid van Lyndon B. Johnson, de 36e president van de Verenigde Staten. Nogmaals, ik was dertien en vroeg me af wat Johnson dacht als hij dit lied hoorde,