Hier in de buurt wordt vuilnis op maandag en dinsdag opgehaald, maar afgelopen maandag niet vanwege staking. Die was tijdig aangekondigd in de media en ook de gemeente kwam vorige week zaterdag met duidelijke voorlichting.
Altijd raar zinnetje gevonden: “Dank je de koekoek!” Ik zeg het nooit, ook omdat ik niet van afblafferige uitdrukkingen houd. Laatst hoorde ik iemand snauwen: “Of je worst lust!” Huiveringwekkende woorden. Zonder er erg in te hebben dacht ik gisteren ineens `Dank je de koekoek’. Ik had het pas in de gaten toen ik het gedacht had. Was bij een artikel over de zelfscankassa. Die werkt winkeldiefstal in de hand, las ik. Hadden we soms verwacht dat dit niet zo was (Dank je de koekoek!).
Waarom ik het op Aswoensdag altijd even over Aswoensdag moet hebben, begrijp ik eindelijk na al die jaren. Als katholiek kind moest je de woensdag na carnaval naar de kerk. Als je katholiek bleef, moest dat later ook, maar dat bleef ik niet zo lang. Je móest dus, ook als je geen carnaval had gevierd. Op Aswoensdag werd het hoe dan ook duidelijk dat het uit moest zijn met de dolle pret.
Je moet jezelf niet al te vaak erg belangrijk willen maken. Tijdje terug ging ik tegen mezelf in door hier te beweren dat zo nu en dan een dansje heilzaam kan werken. Terwijl ik geen danstype ben, alleen onder dwang dans. Ik las dat je in Utrecht op werkdagen om 06.30 uur in een loods terecht kunt om lekker te dansen. Dus voordat je naar je werk gaat. Gewoon in je werkkleding. In pyjama mag ook. Alles mag, geloof ik. Er is een ontbijtbuffet vol gezond aanbod. Iedereen is enthousiast en gaat daarna vol energie aan de slag.
Las in deze krant een interview met mevrouw Kaag, wat ik altijd graag doe, want wat ze zegt, gaat meestal ergens over en dat vind ik tussen alle politieke waaitaal verfrissend. Aan het slot wordt haar gevraagd of ze het `eigenlijk nog leuk’ vindt in Den Haag. Ben er een voorstander van het woord `eigenlijk’ zo veel mogelijk te mijden, zéker in combinatie met `leuk’. Mevrouw Kaag antwoordt: “Ik heb nooit gezegd dat het leuk is. Ik heb altijd gezegd dat het belangrijk is. Eervol en belangrijk. Mijn definitie van leuk is meer iets als met de honden wandelen.”
Vorige week was het carnaval nog niet losgebarsten. Ik had een paar dagen werk te doen in Maastricht, carnavalsstad bij uitstek. En de stad had er zin in, de stad popelde, dat was goed te zien. Overal wapperden al de carnavalsvlaggen, rood, geel en groen. In etalages van winkels lagen prachtige maskers en hingen slingers, niet te veel, niet te opdringerig, het waren meer details, maar juist details kunnen een krachtige, in dit geval feestelijke uitstraling hebben.
Er werd een verdwenen tijd opgeroepen, gisteren in deze krant, in het artikel over actrice en zangeres Marijke Merckens die vorige week overleed. Ze is 83 geworden. Wim Sonneveld werd eindelijk weer eens genoemd. Zij assisteerde hem in drie van zijn onemanshows. Wim Sonneveld kreeg een toelichting: een van de grootste cabaretiers en zangers van afgelopen eeuw. Ja, dacht ik, waarschijnlijk zijn er mensen van nu die dat niet weten.
Vaak verwijt ik mezelf dat ik me sterk of vaag opwind over mensen die met een koptelefoon op door het dagelijks leven lopen. Of met van die oortjes in. Maar de koptelefoon is zichtbaarder en het is duidelijk: de buitenwereld moet ver weg blijven. Soms ben ik geneigd zo iemand aan te spreken, wat niet meteen kan, dus eerst gebaren dat die koptelefoon even af moet, en dan zeggen dat we, zeker als we buiten zijn, deel uitmaken van een wereld die dikwijls om aandacht vraagt of om concentratie. Doe ik natuurlijk niet, want waar bemoei ik me mee?
Grof taalgebruik kan me meestal niet zo veel schelen. Ben er niet dol op, maar het heeft ook de harde helderheid die in sommige situaties begrijpelijk is. En af en toe ook wenselijk! Waar ik niet tegen kan is bonkig taalgebruik. Is doorgaans wat bedáchter dan grof taalgebruik dat rechtstreeks uit het hart komt. Bonkig kun je op verschillende manieren interpreteren, maar laat ik een voorbeeld geven.
In vijf kranten las ik gisteren dat er voor de Vermeer-tentoonstelling in het Rijksmuseum zelfs mensen uit Australië komen. Uit Australië! Staat er heel trompetterig. Wel te hopen dat die Australische belangstellenden kaartjes hebben gereserveerd, anders komen ze er niet in. “Maar we komen helemaal uit Australië!” “Ja, dat kan iedereen wel zeggen.”