Jaar of wat geleden onderging ik in een ziekenhuis een krachtig optreden tegen een niersteen. Na de behandeling, die effectief was, moest ik in de spreekkamer van de uroloog komen. Die evalueerde de gang van zaken en sloot af met: `En denk erom, véél drinken, meneer Verbogt!’ Ik vond dit een aangenaam advies. En de inhoud ervan begreep ik heus wel, maar toch vroeg ik: `Maakt niet uit wat?’ De geneesheer staarde even naar een punt in de verte en vaag was aan hem te zien dat mijn vraag hem niet écht irriteerde, maar hij moest natuurlijk in zijn rol blijven.
Gisteren reed ik bijna twee meisjes aan. Zij zaten op de fiets, ik in de auto. Ik zeg niet snel dat ik ergens niets aan kon doen, maar nu wel. Ze voerden een gesprek dat al hun aandacht opeiste, en leken zich niet bewust van een omgeving, in dit geval een kalme straat vol stralend zomerlicht. Een van de meisjes zwiepte ineens naar het midden van de weg en toen remde ik. Ik stak mijn hoofd uit het raam, wilde wat zeggen, maar wist niet wat. Het meisje lachte, ik ook en we zwaaiden. Ik herinner me dat ik laatst las dat kinderen niet meer goed kunnen fietsen.
Tijd geleden sprak ik een hoge militair met een wilskrachtige snor die graag nog hoger wilde worden en de verwachting uitsprak dat `ze er binnenkort wel een ster bij gaan smakken’. Vond het raar gezegd. Ik hoorde een vaak bekroond documentairemaker een keer losjes beweren: `Ja, volgende week ga ik weer een prijsje ophalen.’ Hij doelde dus op nieuw eerbetoon. Ik houd van een bescheiden benadering van wat dan ook, maar er is een manier van dingen klein houden die weerstand bij me oproept.
Het kan nuttig zijn een lijstje te maken van alles wat ik niet wil weten. Heilzaam voor de psychische hygiëne. Misschien is het niet eens een lijstje, maar een lijst. Ik moet er hoe dan ook regelmatig naar kijken om me automatisch voor sommige prikkels af te sluiten. Dat is hier het woord: prikkels. Ik zal een voorbeeldje geven: het gedoe rond de Staatsloterij. Dus over prijzen die op niet verkochte loten vielen en niet werden uitgekeerd. Zoiets.
Van dagen van grote historische betekenis herinner je je waar je was, toen de betekenis van zo’n dag tot je doordrong. Ik heb het niet over ons persoonlijk leven, maar over gebeurtenissen die de wereld veranderden, en onze kijk op de wereld. In mijn leven waren het er drie. De eerste was de moord op Kennedy, 22 november 1963. Wat me vooral bijstaat is de verbijstering van mijn ouders en hun vrienden. Het was druk in huis die dag en iedereen was erg ongerust. Hoorde dit ook bij de nieuwe tijd? Zes jaar later, de eerste mens op de maan, 21 juli.
De meeste resultaten van wetenschappelijk onderzoek geloof ik. Daar kleeft een risico aan, maar dat neem ik erbij. Groente lééft nog bij de groenteboer! Is onderzocht. Weliswaar ver weg in Amerika, maar een levensmiddelentechnoloog van de Wageningen Universiteit bevestigt het. (Schemerig woord: levensmiddelentechnoloog.) Op mijn bord moet dus ook nog iets aan de hand zijn met de groente. Sommigen groenten kunnen blijkbaar een jetlag hebben. Dat proef je. Dit soort informatie vind ik belangrijk, maar veroorzaakt wel onrust. Zijn er groenten die je moet helpen?
Over een paar weken liggen de eerste pepernoten alweer in de schappen van de supermarkt, dus ik mag het best even over Sinterklaas hebben. Ook omdat er een nieuwe Sinterklaasfilm in de maak is die Sinterklaas en de Pepernoten Chaos heet. Ik hoor niet tot de doelgroep, maar ik beken toch maar dat ik van de titel nerveus word, wat komt doordat ik fel verzet voel tegen gedoe rond Sinterklaas. Zijn aanwezigheid veroorzaakt al gezellige onrust genoeg, daar hoeft heus geen schepje bovenop worden gedaan. De laatste jaren is er altijd iets in de war of kwijt. Hoeft niet.
Lang geleden dat ik aan de zanger Art Garfunkel dacht. Zijn stem hoorde ik dus ook al een tijdje niet, terwijl het een stem is die er zeer mag zijn, zeker in combinatie met die van zijn partner van toen, Paul Simon. Simon & Garfunkel, magisch duo. Later begon Garfunkel ook een beetje te acteren. Ik herinner me een spannende, licht hysterische film waarin hij een linke psychiater speelde. Kan helaas niet op de titel komen.
In een Donald Duck uit mijn jeugd lees ik een avontuur van de Hiawatha, een kleine indiaan, toen een leeftijdgenoot. In deze Donald Duck praat hij nog zoals wij dachten dat indianen spraken als de Nederlandse taal hun taal was. Dus Hiawatha zegt: `Mij jou naar waterval brengen.’ Hij uit zich net als Klukkluk, de melancholieke indiaan uit de avonturen van Pipo de Clown. Klukkluk mocht zo blijven praten tot de serie ophield. Hiawatha niet. Die sprak ineens perfect Nederlands.
Hufterigheid en agressie zijn helaas binnenlandse zaken. Uistekend dat de minister die hierover gaat, met voorstellen voor gedragsregels komt. Misdraagt een klant zich voor het loket? Loket dicht, politie bellen. Hetzelfde geldt in de bus. De bedreigde chauffeur moet meteen stoppen en de politie informeren. Ga zo maar door: parkeerwachters, ambulancepersoneel, min of meer iedereen die in de publieke ruimte werkt, moet aan de bel trekken.