Soms komt me iets net te laat ter ore of onder ogen. NS-topman Bert Meerstadt vertrekt. Bij de NS dus. Meestal hebben topmannen nog meer ijzers in het vuur, maar daar gaat het nu niet om, hij gaat weg bij de NS. Ik heb het liever niet meer over die organisatie, maar nu lees ik dat de topman zegt dat hij met voldoening en plezier terugkrijgt op wat hij heeft aangericht, ik citeer `een intensieve periode waarin ons mooie bedrijf sterk is uitgebreid’. Ik denk dan: wat bedoelt de topman precies of ongeveer?
Terwijl ik door het huis loop dat dadelijk niet meer van mij zal zijn, vraag ik me af hoe vaak ik in mijn leven verhuisd ben. En ik vind het vreemd dat ik me die vraag nog nooit gesteld heb. Het zijn immers belangrijke en ingrijpende gebeurtenissen. Ik kom op negen keer en dan tel ik zeer tijdelijke huisvesting niet mee. En dan heb ik het over in crisis de woning verlaten en een paar maanden verward op de logeerkamer van vrienden wonen in de hoop op betere tijden. Dan zijn natuurlijk ook verhuizingen, maar die wil ik maar gedeeltelijk serieus nemen.
In een reclamespotje vertelt een supermarktketen ons dat we niet iedere dag vlees hoeven te eten. Dan ben je dus flexitariër. Toen ik dat voor het eerst hoorde, vroeg ik me af of ik het nodig vond dat er voor alles een woord is. Ja, liever wel, maar het moet dan wel een woord zijn dat je graag bij de hand hebt. Ik eet niet iedere dag vlees, wil dat echt niet, maar nooit dacht ik gewichtig: ik ben een flexitariër! Ik vind het vooral een woordspeling en die mijd ik.
Iets moeten regelen op het stadhuis, afdeling burgerzaken, en dan besluiten géén haast te hebben. Is prettig. Natuurlijk heb ik wél haast, heb ik altijd als ik daar iets te doen heb. Graag zou ik dat veranderen, maar ik krijg mijn leven niet zo georganiseerd dat dat lukt, terwijl ik niet weet welke fout ik maak. Dát ik niet goed bezig ben, snap ik natuurlijk ook wel. Tot zover een beknopte analyse. Ik heb een nummertje gekregen en zit daar dus te wachten, terwijl ik zo monter mogelijk mijn haast negeer.
Het mag natuurlijk niet, maar mij amuseert toch een beetje dat het eindexamen Frans is uitgelekt. Ik bedoel, zoiets moet voorkomen kunnen worden, maar als ik het goed begrijp is het een fluitje van een cent. Het begint met een deur die toevallig openstaat. Zo gaat het trouwens altijd met deuren die toevallig openstaan. Daarachter kunnen fascinerende avonturen beginnen. Altijd ben ik gespitst op die deuren.
Vandaag wordt in de Tweede Kamer gepraat over muziek in cafés. Die is vaak te hard. Ben blij met dit openbare gesprek. Mijn leven zit zo in elkaar dat ik dikwijls in een café ben. Niet om de bloemetjes buiten te zetten, hoewel die dynamiek me zeer kan bevallen, maar vanwege, wat dan heet, een afspraak. Kan ook thuis, maar ik moet vaak iets regelen of bespreken met mensen die net als ik thuiswerker zijn en dan is het prettig ook eens buiten de deur te zijn. Verzet de zinnen. Maar dan is er dus die muziek.
Vroege stille ochtenden zijn me dierbaar. Mijmermomenten waarin ik graag verdwaal, terwijl ik door de buurt loop en nauwelijks mensen zie. Nu dringt zich ineens een verandering op. Komt door iets kleins wat niet klein is. Op het trottoir naast het fietsbed ligt een roze pelikaan. Geen echte, het is wat veel mensen `een knuffel’ noemen. Woord van niks, een te snelle en ook te makkelijke samenvatting van een innige, broze, niet te delen beleving. Ik kijk weleens naar pelikanen, in de dierentuin, en deze lijkt er niet echt op.
Gek dat ik geen idee had hoe duur een kip is. Een prima levend wezen, meestal gezellig in de omgang, een grappig geluid voortbrengend, in staat tot de productie van een voedzaam en lekker levensmiddel en ze laat voor de liefhebber ook nog een smakelijke erfenis na. Het is nogal wat, maar toch nog geen vijftig euro, begreep ik gisteren! Op televisie zag ik in het ochtendprogramma een VVD’er die er braaf en blij uitzag. Hij was dan ook gekozen tot de meest sexy politicus. Ik weet niet door wie en wanneer, maar hij was het.
Zonder dat ik erop uit was, kwam me een eindexamenopgave van deze week onder ogen. Wiskunde A. Die ging over voetbalplaatjes. Paar jaar geleden kreeg je die bij Albert Heijn als je voor tien euro aan levensmiddelen kocht. Ik herinner me nog levendig de jongetjes die verwilderd voor de supermarkt stonden te wachten, en die plaatjes uit je boodschappentas joelden. De plaatjes kon je in een album plakken, 270 in totaal. Ik spaarde ze voor de buurjongens. Soms deed ik er een extra boodschap voor. De opgave: `De actie duurde zeven weken.
Vaak denk ik dat ik een heleboel niet kan inhalen. Dat heeft niets met mijn leeftijd te maken, maar met mijn instelling. Met keuzes die ik maak. Of met keuzes die me overkomen, want zo is het natuurlijk ook wel weer: soms is het net of een keuze voor mij kiest en niet andersom. De Amerikaanse auteur Stephen King wil dat zijn nieuwe roman Joyland alleen maar in de boekhandel verkrijgbaar is. Er komt geen digitale versie van. Dit is afwijkend gedrag dat me zeer geruststelt. Het is lang geleden dat ik iets van Stephen King gelezen heb.