Aangenaam, hoor, die opluchting van de laatste dagen. Met een zeker bravoure spreiden we de armen en ondertussen kijken we terloops naar de hemel alsof die eindelijk weer zijn manieren kent. We weten meteen wat we bedoelen en knikken vrolijk. Sommigen van ons zeggen erbij dat ze... lees meer
In de Pers
Recent
Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd
Troosten
Waarschijnlijk wordt de musical Love Story een hit. Veel mensen zijn gek op musicals. Ik hoor daar niet bij, maar dat is niet omdat ik op het genre neerkijk. Wel ben ik even in 1970, een Nijmeegse herfstavond: ik ga met een meisje naar de film Love Story, een de film die niet aan me besteed zal zijn, ik zie liever films die ik niet helemaal begrijp. Naar Love Story ga ik om maar één reden: ik verwacht dat het meisje zeer zal gaan huilen, ik haar moet troosten en dat er dan iets moois tussen ons ontstaat. Daar verlang ik vurig naar. Het verhaal van de film is bekend: rijke jongen trouwt tegen de wil van zijn vader meisje dat ziek wordt en sterft. De film doet het werk dat ik verwacht. In het laatste gedeelte begint ze een beetje te snikken. Arm om haar heen. Tegen het eind van de film gebeurt dit: de jongen die een paar seconden weduwe is, komt in de gang van het ziekenhuis zijn schoonvader tegen, een kleine rol van John Marley met dat gehavende hoofd. En die schoonvader zegt tegen de jongen, ik citeer uit het hoofd: `Wat ik zo erg vind is dat ik haar beloofd heb niet te huilen.’ En terwijl hij tegen zijn tranen vecht, breken bij mij enorm de dijken door. Het heeft niets meer met snikken te maken, het is het meervoud ervan. Als we de bioscoop verlaten, houdt het maar niet op en als we even later door het Kronenburgerpark lopen, ook niet. Ik ben zeventien, het is alsof ik al het verdriet van mijn puberteit eruit huil. Het meisje troost me op volle kracht, maar verdwijnt die avond voorgoed uit mijn leven.
Columns
-
-
Stille zondagochtend. Ik sta voor een stoplicht te wachten. Het is rood, daarom. Op de weg die de mijne kruist, is geen verkeer te zien. Waarom ik wacht, geen idee. Misschien vind ik het aangenaam. Rechts van me op de stoep staat een man. Hij heeft een driedelig grijs pak aan en... lees meer
-
Paar dagen geleden kreeg ik sms van een bevriend zanger. Hij vroeg wat ik van het zinnetje `Ik hou je veilig’ vond, want: `Het bekt zo raar’. Ik stuurde een sms terug en zei dat ik het een rare belofte vond, maar dat het wel kon. En ook informeerde ik uiteraard hoezo. Later spra... lees meer
-
De crisis maakt ons creatief. Als ik naar mijn stokoude auto loop, zie ik dat er achter mijn portier een klein oranjekaartje zit geklemd. Ik denk natuurlijk meteen aan de inhuldiging later deze maand. Maar nee, daar gaat de tekst op het kaartje niet over. Onder het kopje `Eigen... lees meer
-
Nooit geweten dat de overheid een Kenniscentrum voor het Fietsbeleid heeft ingesteld, ook wel Fietsberaad genoemd. Geruststellende naam en geruststellende gedachte. Ik heb een auto, maar ben toch vooral fietser en hoop dat nog lang te blijven. Er doet zich echter een probleem vo... lees meer
-
Nog nooit was ik in Hoevelaken. Maar ineens wel. Voor mensen die werkzaam zijn in het mooie boekenvak, moet ik een korte lezing houden over inspiratie. Voor inspiratie kan men mij ’s nachts wakker maken, ik heb er dus zin in. Ik vermoedde het al en het blijkt hartstikke waar te... lees meer
-
De zin die begint met: Ik wil me nergens mee bemoeien, máár. En achter dat `maar’ komt er dan van alles, vaak te veel om meteen te behappen. Tegen mij wordt het dikwijls gezegd: Ik wil me nergens mee bemoeien, máár. Ik denk dan altijd over de verkeerde dingen na, bijvoorbeeld ov... lees meer
-
Voor klein leed heb ik net zo veel belangstelling als voor groot, maar soms krijg ik mijn aandacht niet scherp gesteld. Vorige week ging het over winkelpersoneel dat gefilmd was. Door de baas, geloof ik. Of door mensen die in opdracht van de baas handelden. Doel was in ieder gev... lees meer
-
Het zal niemand ontgaan zijn dat volgende week het Rijksmuseum weer opengaat. Ik verheug me erop, niet op de opening, nee zeg, maar op een bezoek. De eerste keer dat ik er kwam, was ik acht. Ik was misdienaar in de kapel van de Sint Maartenskliniek in Nijmegen en eens per jaar g... lees meer
-
In de supermarkt kom ik een kennis tegen. Het is namiddag, ik moet avondeten bedenken en ben blij iemand te ontmoeten met wie ik erover kan praten. Prima voor de creativiteit. `O, ik maak pannenkoeken,’ zegt de kennis. En ze voegt eraan toe: `Lekker.’ Sommige mensen spreken het... lees meer
-
Een tijdje geleden zat ik in de wachtkamer van de Spoedeisende Hulp. Daar hing aan een van de muren een groot beeldscherm en daarop was een film te zien die de levensloop van een wurgslang behandelde. Als ik het daar voor het zeggen had, koos ik voor een andere thematiek, maar w... lees meer
-
Wéér wist ik het niet. De nieuwslezeres had het zaterdagavond aan de hand van een plaatje sterk uitgelegd: zo maakt u van de wintertijd zomertijd. Maar toen ik op paasochtend de gordijnen opende en zag dat het zacht sneeuwde en de lucht bleek was als een vergeten belofte, vroeg... lees meer
-
Je had erop kunnen wachten: voor het ochtendprogramma op televisie, gisteren, liep een verslaggeefster over een markt om een rondvraag te doen naar de betekenis van Pasen. Van de mensen die in beeld kwamen, wist niemand het. De antwoorden waren onwaarschijnlijk dom, bijna nog do... lees meer
-
Op mijn bureau staan twee lampen. Het is een groot bureau, een lamp behandelt de linkerkant, de ander de rechter. De laatste doet het ineens niet meer. Hoe kan dat? Een vraagje dat een paar keer achter elkaar door me heen jammert. Ik pak de piepkleine schroevendraaier en vervolg... lees meer
-
In de Beurs van Berlage te Amsterdam is een fototentoonstelling te zien, getiteld `Onze koningin’. Helder. Ik passeer de ingang en hoor een lied van Ramses Shaffy, Zing huil bid lach werk en bewonder. Het wordt op orkaansterkte ten gehore gebracht en dat intrigeert me. Daarom ga... lees meer