Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Notities

Aan de grote lenteschoonmaak die ik me herinner uit een andere periode van mijn leven, ben ik niet begonnen. Mijn huis verdraagt zoiets niet. Het wordt er te drastisch door opgeschrikt. Als alternatief ben ik met een forse opruiming bezig. Ik loop vaak naar de papierbak en dat lucht me op. Ik stel vast dat ik veel te veel bewaard heb zonder dat ik acht sloeg op wat ik bewaarde. Waarom deed ik het dan? Ik heb steeds meer behoefte aan leegte om me heen. Omdat waarnemen mijn beroep is, heb ik altijd een notitieboekje bij me. Daarin noteer ik bijna nooit iets. Het meeste wat ik wil onthouden, onthoud ik zonder het op te schrijven. Nu ik aan het opruimen ben, stel ik vast dat ik ont-zét-tend veel notieboekjes heb. Ik koop ze graag zelf en krijg ze ook vaak cadeau van vrienden en kennissen die zeggen dat ze niets anders voor me kunnen bedenken, wat me héél soms zorgelijk stemt. Ik heb ze nu bij elkaar gezet en denk dat ik genoeg notieboekjes heb voor de rest van mijn leven, ook al zou ik elke dag behoorlijk wat notities maken, wat ik dus niet doe. Ik hoop nog lang te leven, maar weet nu al dat na mijn dood veel lege notitieboekjes worden gevonden. Mijn nabestaanden kunnen daar leuke dingen mee doen. Maar toch wil ik voorkomen dat het er te veel zijn. Toekomstig schuldgevoel is dat. Er zit niets anders op dan nog meer om me heen te kijken en nog meer op te schrijven. Zojuist noteerde ik dat een dunne mevrouw bij de slager zomaar zei dat ze haar onderbroek verkeerd om aan heeft. Nu even zien wat ik daarmee moet.

Columns

  • Gaat me niet om het geld, zeg ik er meteen bij, maar ik vind een fooi geven vaak lastig. Ik heb het nu over de fooi als verschijnsel. Ik doe het altijd, bijna altijd. Soms loopt de omgang van de bediening met jou als klant de spuigaten uit en dan dus niet. Ik bedoel: die fooi mo... lees meer

  • Woord dat steeds zwaarder in deze weken hangt en er misschien al log is uit getuimeld of dat gauw doet: voorjaarsnota. Hele tijd is daar iets mee, terwijl het een woord is dat ook iets vrolijks heeft, wat komt door het eerste deel ervan: voorjaar.
    Het jaar moet nog écht op... lees meer

  • Je informeert er niet naar, want je wilt niet de wijsneus uithangen, maar soms zou ik best willen weten wat je wordt gevraagd als je in een winkel gaat werken. Wat je erin aantrekt, wat je denkt dat je kunt, of je op Nederlandse les zit als je die taal niet spreekt? Geen idee. O... lees meer

  • Misschien gek, nee, niets is gek in wat ik nu aansnijd: ik was ervan overtuigd dat minister Faber gisteren haar aftreden zou bekendmaken. Dag kabinet. Die verwachting was de nacht daarvoor plotseling in me tot leven gekomen, niet eens in een droom.

  • Ergens vorig jaar moest ik in een boekhandel een bevlogen praatje houden en daarna mijn handtekening in door mij geschreven boeken zetten, altijd eervol.

  • Dan lees ik dat Robert ten Brink voor zijn programma All you need is love met families naar Australië reist om ze met hun familie die daar woont, te verenigen, nadat ze elkaar járen niet gezien hebben. Ja, misschien via digitale verbinding, maar dat is toch iets anders.... lees meer

  • “Ja, je bent natuurlijk een kwetsbare jongen.”
    Mijn huisarts zei dat tegen me en hoewel het misschien lastig is kwetsbaar te zijn, was ik best tevreden over die woorden. Ik hoor ze mijn huisarts graag zeggen, aardige vrouw die het goed met me voorheeft.

  • Je zou willen dat sommige kwesties in stilte werden afgehandeld. Ik heb geen zin voor half april aan de komende jaarwisseling te denken. Moet eerst maar eens echt lente worden. Maar goed, ik vind het al lastig me af te vragen wat ik morgenavond ga eten, terwijl vandaag nog tot b... lees meer

  • Ergens in de verte hangt Moederdag in de lentelucht. Mijn moeder vond dat een onzinnige manifestatie. Ze had al vaak uitgelegd waarom, maar telkens luisterden we aandachtig wanneer ze dat opnieuw toelichtte: “Ik ben toch altijd jullie moeder. Of is dat de rest van het jaar ander... lees meer

  • Er verandert wat in het theoretisch examen voor het rijbewijs. De heer Pechtold die daarover gaat, zat gisteren daarom in het televisieprogramma Goedemorgen Nederland, maar wat hij erover zei drong niet tot me door, want ik was met het begin van de dag bezig en daaraan... lees meer

  • Mijn dagelijkse boodschappen vind ik haast nooit een karwei waartegen ik opzie. Ik neem me voor onderweg goed op te letten en minstens drie situaties mee te maken waarover ik wat zou kunnen schrijven, column, kort verhaal, passage in roman. Niet dat het altijd gebeurt, maar het... lees meer

  • Weer dacht ik: nééé! Denk ik steeds vaker: nééé! Soms helpt het als je dat hardop uitspreekt. Hangt er wel vanaf bij wie je dat doet.
    Ben een voorstander van veel praktisch gemak in het dagelijks leven, maar het kan er ook saaier door worden. Saaiheid is vaak je eigen schul... lees meer

  • Stof is nog niet neergedaald, maar ja, kan net zo goed blijven hangen, want binnenkort stijgt het toch weer op
    Eergisteren kon ik geen genoeg krijgen van de parlementaire horror. Waarschijnlijk uit nieuwsgierigheid. Telkens vroeg ik me af: kan het nog erger? Ja, kon. Had oo... lees meer

  • Het is nuttig iedere dag paar momenten van bezinning te nemen: even gaan zitten, mobieltje ver weg, radio en televisie uit, geen zicht op de straat, en dan gedachten de ruimte geven die de rest van de dag een bekneld leven leiden. Dat laatste kan door drukte komen of door alle a... lees meer

  • Gisteren had ik werk te doen dat in de avond klaar moest zijn, dus had ik geen contact me anderen, vertoonde me niet in de buitenwereld.
    Aan het begin van de dag besefte ik dat ik 1 april was en dat er dus ook geen grap op mijn weg kwam. Onzinnige gedachte, want wie doet er... lees meer

Pagina's