Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

De Gelderlander

Voorzichtig

Zaterdag zag ik een krantenfoto die vrijdag was gemaakt op de Europese top. Onze premier en de premier van Denemarken staan ruzie te maken met de Hongaarse premier Orbán. Ze dragen mondkapjes. Van Orbán zie je alleen het achterhoofd. Van de premiers vooral de ogen. Die van onze premier spugen vuur, in die van de Deense gloeit woede.

Bakken

“Ga je lekker dansen?” vraagt de taxichauffeur. Het is elf uur in de ochtend, we rijden door Utrecht. Ik moet bij een klein theater aan de rand van het centrum zijn. Ik kan hem niet vragend aankijken, want zit op de achterbank, tussen ons een groot spatscherm waar behoorlijk op gespat is. 
“Hoezo?” vraag ik verontrust. Ik houd niet van de hoezo-vraag, maar soms moet die. De chauffeur zegt dat er voor de corona-ellende overdag in dat theater aan salsa dansen werd gedaan. Ik ben geen danser en moet er al helemaal niet aan denken dat overdag te doen. 

Vlieg

Appels moeten glimmen. Die kennis ontleen ik aan de avonturen van Flipje, het fruitbaasje uit Tiel. Die las mijn vader voor toen ik vier was. Sindsdien weet ik het van die appels. Mijn moeder kwam regelmatig met een zak appels van een vriendin, zelf geplukt, maar die glommen niet, dus schudde ik mijn hoofd. Mijn moeder zei: “Rechtstreeks van de boom!” Ik bleef bij mijn standpunt, was zelf ook een fruitbaasje.

Fractie

Buiten de bebouwde kom loop je anders te mijmeren dan erbinnen. In de alledaagse straten gebeurt altijd iets wat niet alledaags is. Daar wil je aandacht aan besteden. Je moet uitwijken iemand voor wie de enige omgeving het mobieltje je is. Je passeert een etalage vol dingen waarover je iets gaat denken. Eigenlijk heb je het te druk om voluit in gedachten verzonken te zijn, behalve natuurlijk wanneer de dag nog stralend jong is.

Systeem

Hoe het ook met het land gaat, de banken zorgen ervoor dat zij het nooit écht moeilijk krijgen. In het verleden viel er soms een om, zoals dat heet, maar dat was dan een kleine. De grote blijven de dienst uitmaken en groter worden. De overheid zou moeten verplichten dat ze ook meewerken aan de zorgzame samenleving. Dat doen ze ook wel, op hun strikt eigen wijze, maar nu ze steeds meer kosten gaan berekenen voor het pinnen van contant geld, denk ik: kom op zeg. Lijkt een kleinigheid, is het niet.

Opruimen

Het is al een paar jaar geleden: ik had een lang en doodlopend telefoongesprek gevoerd met de klantenservice van een grote organisatie. De service die de klantenservice me kon verlenen, was de mededeling dat ze me helaas geen service konden bieden. Ze hadden wel een voorstel, maar dat was zo ingewikkeld dat ik het niet begreep. Woedend verbrak ik in de verbinding. Ik liep mijn werkkamer uit, het binnenplaatsje op en daar zag ik een kartonnen doos staan. Ik schopte die hard tegen een muur en toen die daar versuft bleef liggen, schopte ik er nog een keer tegenaan.

Potje

Even terug naar vrijdagavond, de persconferentie van de premier en minister Hugo, een feest van opluchting en optimisme. Tijdens zijn spreekbeurt zei de premier dat we niet te vroeg moesten juichen, wat we overigens nooit moeten doen, en hij verwees naar het lied We zijn er bijna, maar nog niet helemaal. Dat herhaalde hij na een paar minuten. Minister Hugo kwam er ook mee: We zijn er bijna maar nog niet helemaal. Een fractie van een seconde leek het zelfs of de bewindsman het lied ging zingen.

Simpel

Altijd keek ik met bewondering naar mensen die met een parmantig fietsje het perron op komen lopen, dat met een paar kordate bewegingen opvouwen, nonchalant fluitend, en dan met dat pakketje in de trein stappen. In mijn omgeving kende ik niemand die zo’n fiets had. Daarom wilde ik er zelf een.

Fantastisch

Iedereen zal trager zijn als het warm is. Het is goed als we het tempo zo nu en dan uit onze handelingen halen. Ik sta met mijn winkelwagen te aarzelen: contactloos betalen of lekker contactueel naar de gewone kassa? Moet in principe geen vraag zijn waarover je lang doet. 

Emoties

Nooit geweten dat de stem die we op stations hoorden, van Tuffie Vos was, de stem die vertragingen en spoorwijzigingen aan ons doorgaf. Maar liefst 25 jaar lang. Hoe had ik dat ook kunnen weten? Volgens mij werd het toen ze begon niet bekendgemaakt, anders had ik het vast onthouden, wat natuurlijk vooral door die naam komt, Tuffie. Ik ken niemand die zo heet, een naam die bij een zachte zomeravond hoort en bij de ochtendzon en bij klein dansfeest op een plein tussen de platanen.

Pagina's