Tot middernacht keek ik eergisteren naar wat zich in de Tweede Kamer afspeelde. Toen was ik bekaf en ik wist ook waarom: door de onrechtstreeksheid van alles wat er werd gezegd, niet in de vragen, in de antwoorden. Natuurlijk, hoort bij het politieke spel, want dat het een spel is, was maar weer al te duidelijk, mét alle verontwaardiging. Het slotakkoord van het spel: de heer Rutte stapt niet op. Is niet verbazingwekkend.
Is me vast een keer uitgelegd, vaker, maar waarom Goede Vrijdag Goede Vrijdag heet, weet ik niet meer. Wel wat wie die dag gedenken, en daar gaat het om, de kruisiging van Jezus Christus. Ik zeg het erbij, omdat het nogal wat is. Of je nu `een gelovige’ bent of niet. Hij geloofde er zelf wel in, in de betekenis van zijn dood. Daarom liet hij zich tot zijn laatste snik martelen, het moest zo erg mogelijk zijn.
Wilde er één keer eentje hebben, een document dat aantoont dat ik me niets van de avondklok hoef aan te trekken. Dinsdag was het zover! De laatste dag van de oude avondklok, dus om 21 uur binnen.
Moment staat me nog helder bij, maar niet meer wanneer het was. Ik bedoel: uurtje langer buiten spelen. Daarvoor mocht het `nog even’ en dat was heel wat. De langste kinderfase werd begrensd door het tijdstip van 6 uur. Het benauwende woord was `Binnenkomen!’, voorafgegaan door je naam. Je was nog aan het voetballen op straat, wat in mijn geval niet veel voorstelde, maar toch. Ineens riep je moeder je voor het eten, wat, geloof ik, wat later dan 6 uur was, maar je moest wel binnen zijn, handen wassen en zo.
Op mijn bureau liggen ook papiertjes van dingen die ik moet doen. Als ik aan het werk ben, kom ik zo’n papiertje vaak tegen en dan leg ik het op een andere plek, zichtbaarder, maar ja, dat duurt nooit lang, want zonder dat je er erg in hebt, leg je er iets op. Ziehier het misverstand: je denkt dat je van wat je moet doen al iets gedaan hebt doordat je het hebt opgeschreven.
Te vroeg! Dat dacht ik zaterdagavond toen Matthijs van Nieuwkerk zijn show afsloot met de mededeling dat hij eind augustus weer terugkomt met het programma en ons een mooie zomer toewenste. Vriendelijk en attent vond ik het, maar kom op, de zomertijd was nog niets eens begonnen!
Wat zegt hij precies? Dat zie ik mensen soms denken als ik iets zeg waarvan ik niet weet hoe ik het zo helder mogelijk moet zeggen. Dan stuntel ik nogal en kies net niet de goede woorden.
In ieder journaal zien we beelden van een vaccinatiecentrum, in binnen- en buitenland. Die worden later in een actualiteitenprogramma herhaald. Soms zijn het andere beelden, uit een ander vaccinatiecentrum. Na Bulgarije en Letland zijn wij hier het traagst, een gang van zaken waarvan ik steeds minder begrijp, maar ik zeur niet over iets wat ik niet begrijp, niet alleen omdat ik dan aan de gang kan blijven, maar als je zeurt zonder dat je snapt waarover je precies zeurt, is het alleen maar slap gezeur. Daarvan ga je ook slap kijken en lopen.
In kranten kijk ik graag naar nutteloze foto’s. Nee, niets is nutteloos, ik bedoel foto’s waarvan de informatiewaarde beperkt is. Mijn blijdschap wint aan kracht als er onder de foto staat wat ik zelf ook goed kan zien.
Met warme billetjes op het terras zitten. Zijn niet mijn woorden, ik hoorde ze gisteren toen ik iets na half 8 de televisie passeerde. Het ochtendprogramma stond aan en een van de vrolijke presentatrices zei het: “Dan kunt u weer met warme billetjes op het terras zitten.” Ik was niet in de stemming er veel aandacht aan te besteden, want op zoek naar de tandpasta en als ik op dat moment kon kiezen tussen gepoetste tanden en met warme billetjes op een terras zitten, koos ik vol wilde overtuiging voor het eerste.