Het was een nogal, wat zal ik zeggen, ja een vermoeid busje. Dat kon ik nog net zien toen het gisteren door mijn straat reed, veel te snel voor het doel waarom het busje in beweging was gekomen. Op het dak ervan was immers een grote luidspreker bevestigd, waaruit hard een wervende stem klonk die iets in ons stemgedrag wilde stimuleren, een politieke partij dus. Op het busje waren affiches geplakt. Ook dat had ik nog net kunnen zien. Maar welke partij en wat de partij beoogde, geen idee. Daarvoor had de chauffeur te veel haast. Het is niet erg, maar wel nutteloos.
Vond ik aangenaam een dag of tien geleden: de terrassen die overal werden opgebouwd. De ondernemers die eraan bezig waren, hadden zin in het nieuwe seizoen. Ja, ineens gaat alles sneller, de tijd, de plannen die voor de rest van het jaar gemaakt moeten worden, de dynamiek in ons humeur, onze omgang met de kledingkast. En zaterdag was een prachtige dag, de warmste 8 maart ooit, hoorde ik gisteren op 9 maart die er ook mocht zijn. Toch bedrukte me iets. Ik liep langs een terras hier in de buurt en daar was het dringen geblazen.
Amerika-deskundige Willem Post zei gisterochtend op televisie twee keer nogal fel NO WAY. Het ging om de vraag of Amerika en Rusland oorlog gingen voeren. NO WAY. Fijn. Ik heb de indruk dat de eerste Koude Oorlog helemaal nog niet zo lang voorbij is. De meest indruk maakte die toen ik nog niet begreep wat er aan de hand was. Ik vond het rare woorden, Koude Oorlog. Gesprekken gingen toen regelmatig over de atoombom. En dat er op minstens twee plekken in de wereld een grote rode knop was. Als iemand daarop drukte was het `afgelopen met ons allemaal’.
Soms zie ik een fractie van een seconde een foto die later in volle hevigheid al mijn aandacht opeist. Dan moet ik terug naar waar ik de foto zag, bijvoorbeeld in een krant, en vraag ik me af wat ermee aan de hand is. Dat kom ik niet altijd te weten. Nu is het een foto van Sybrand van Haersma Buma op verkiezingscampagne in het dorpshuis van Noordeloos. Daar was hij afgelopen weekend. Op de foto wordt hem een kopje koffie aangereikt door een lachende mevrouw met een uniform aan, paars en zwart van kleur. Zo’n uniform hoort bij sommige dorpshuizen.
Er zijn verwachtingen waarmee je omzichtig moet omgaan. Bijvoorbeeld: dat gaat vanzelf wel over. Dacht ik vaak, maar die tijd is voorbij. Natuurlijk bestaan er omstandigheden die vanzelf overgaan, maar dat zijn er maar een paar. Misschien komt het ook doordat er voorheen in je leven te veel vanzelf is overgegaan. Ineens houdt dat op. Heeft ook met leeftijd te maken. Mijn huisarts denkt over mij dat er nog steeds veel vanzelf overgaat. Dat is meestal de uitkomst van onze gesprekken in zijn spreekkamer. Eergisteren verzette ik me daartegen.
Als het carnaval voorbij was, begon de vasten. Daarmee groeide ik op en altijd moest ik er op die woensdag (Aswoensdag) aan denken. Aan carnaval deed ik alleen tijdens mijn schoolperiode, daarna nooit meer. En het vasten was iets van mijn kindertijd. Ik wist niet dat het nog bestaat. Ja, wel elders in de wereld waar het bijvoorbeeld bij een meditatieperiode hoort, maar ik bedoel hier in het verwende Nederland. Vroeger was het vooral een katholieke gebeurtenis, maar ik lees dat nu ook protestanten meedoen.
Wat kan het opluchten onverwacht een medestander te vinden. En nog wel eentje uit het hoogste gezag, de presentator van het televisieprogramma Eigen Huis en Tuin. Lodewijk Hoekstra heet hij en ik ken hem niet, maar ik geloof hem. Hij verzet zich tegen tuincentra, zegt dat we minder rotzooi voor de tuin moeten kopen en zeker geen geïmpregneerd hout. Interessant is dat hij zich met deze oproep tegen een van de sponsoren van zijn programma keert. In omroepland zal zoiets `dapper’ worden genoemd.
Wanneer ben je topman? Of topvrouw? Bepalen anderen dat of stel je dat zelf vast? Word je op een stralende ochtend wakker en zeg je terwijl je in de spiegel kijkt: ja, nu is het zover. Hoe maak je het vervolgens bekend? Ga je bedrijven bellen? Als we over topmannen of –vrouwen lezen is er meestal iets mis. Niet met de topman of –vrouw zelf, nee, met het bedrijf waarin het topmens werkzaam is. Dat bedrijf zakt in elkaar of valt om. Hoe zit het dan met de topman of –vrouw? Je hoort zelden spreken over een voormalig topman of – vrouw.
Je went er zo aan dat je een station niet meer binnenkomt zonder geldig kaartje. Je kunt dan niet door de poortjes. Dat kaartje is bij voorkeur de ov-chipkaart. En als je die niet hebt, kun je een los kaartje kopen, geloof ik, maar iedereen die dat weleens heeft gedaan, weet dat dat véél tijd kost, maar goed, als je weet hoe iets in elkaar zit, moet je er verder niet over zeuren. Doe ik niet.
Het genre dat `realitysoap’ heet, is populairder dan ik me kan voorstellen. Het is niet een woord dat ik graag uitspreek, want je gaat je meteen een beetje schamen. Dat heb ik trouwens ook als ik even naar een realitysoap kijk. Dat heb ik weleens gedaan, want het is onvermijdelijk. De familie Pfaff, die akelige Barbie, Jan Smit achter een bord warm eten. En terwijl ik keek besefte ik dat het interessant kan zijn voor bewonderaars van deze openbare mensen. En als je ze niet bewondert, om wat voor reden dan ook, is het niet interessant.