Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Stoer

Waar ik het las of hoorde, weet ik niet meer, maar ik geloof dat we `kids’ een lelijk woord vinden. Ben ik blij om. Getuigt van goede smaak. Er is een rijtje van woorden waarmee we moeite hebben. `Papadag’ staat er, meen ik, ook op. Graag. `Papadag’ is heel erg. Nog erger dan `kids’. Ook minder kwalijk, eerlijk gezegd. Als je niet beter wist, zou je kunnen denken dat `papadag’ grappig bedoeld is, maar dat is het niet. Mensen die het over `papadag’ hebben, zijn zo ernstig dat je er een beetje bleek van wordt. Die vinden  `papadag’ een prima woord. `Kids’ is dan best te verdragen. Ben er niet voor, maar het is te doen. Meer dan `meiden’. Er zijn ouders die hun dochters om de haverklap `de meiden’ noemen. In zinnen als: `De meiden zijn de stad in.’ Als het één dochter is, wordt die nooit de meid genoemd: `De meid is de stad in.’ Nee, altijd meervoud. `Meisjes’ is veel mooier, een topwoord, maar blijkbaar is dat te zacht en te kwetsbaar. `Meiden’ klinkt stoer. En we houden van stoer. Ontzettend veel wordt onderzocht, dit moet ook maar eens onderzocht worden, waarom we zo van stoer houden dus. Alles heeft met alles te maken: vorige week hoorde ik een radioprogramma dat ik weer onmiddellijk uitzette. Het ging over stiefouders, op zich een interessant onderwerp, maar ineens hoorde ik dat er door iemand die opkwam voor de belangen van stiefouders, gepleit werd voor een stiefouderdag, een dag in dezelfde sfeer als Vaderdag of Moederdag. Deze week zal het vast een ernstig onderwerp zijn in de praatprogramma’s.

 

Columns

  • Gisteren begon de Week van de Mentale Gezondheid. Ik moet nog naar de juiste instelling zoeken. Bestaat er ook een Week van de Fysieke Gezondheid? Vast, er zijn weken voor alles wat van belang is.

  • Soms is het nuttig jezelf hardop toe te spreken. Niet alleen in gedachten, nee, je moet het goed horen. “Stel je niet aan.” “Zou je daar onderhand niet eens mee ophouden?” “ Moet dat ook nog?” Dat soort zinnetjes.
    Een belangrijke is: “Waarom zou je dat doen?” Je spreekt je... lees meer

  • De woordspelingen komen hard aan, maar het doel heiligt de middelen. Ik heb het over twee studenten van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen die tegroetbonnen uitdelen. Zo willen ze stimuleren dat mensen elkaar op straat weer wat vaker groeten. Van alles wat de samenleving vrien... lees meer

  • Hééft wat even zeer concreet middelpunt te zijn van een zorgzame samenleving. Moest er wel wat voor doen: aangereden worden door een scooter. Ik zat op de fiets en kwam van rechts, maar dat laatste zegt niet zo veel. De scooter reed hard, maar dat doen alle scooters.

  • “O jongens, daar is Thomas. Die legt het allemaal uit.”
    Bedrukkende aankondiging. Wat is de kwestie? Christelijke feestdagen! 
    In mijn familie waarvan ik de koude kant ben, wordt er met vraagtekens tegenaan gekeken en ik, met mijn degelijke rooms-katholieke opvoeding,... lees meer

  • De vraag hoe het met je gaat is bijna altijd te groot. We zouden ermee moeten ophouden: de steller van de vraag merkt het vanzelf wel. Een antwoord kan zijn: “Best goed. Ik heb de boel op orde.”
    Klinkt uitstekend, maar het probleem in dat antwoord is het té globale woordje... lees meer

  • Je treft ze niet alleen in de SGP aan, mannen in degelijke zondagse pakken en met sterk geordend haar die alles, maar dan ook álles zeker weten, je komt ze ook in het wild tegen. Toen ik zaterdag de ingang van een park passeerde, zag ik er twee van wie ik meteen dacht: moeten di... lees meer

  • Laat ik meteen maar zeggen dat ik makkelijk praten heb. Doe het niet graag, maar heb het soms. Ik kan er niet onderuit weer over grensoverschrijdend gedrag na te denken. Nu dus van dirigent Jaap van Zweden, hier en daar gesprek van de dag. 
    Vorige week werd er aan de bel ge... lees meer

  • Met vragen waarvan ik weet dat het antwoord erop niet bestaat of even zoek is, houd ik me het liefst niet bezig. Er zijn uitzonderingen, zoals `Hoe te leven? Of `Hoe moet het vandaag?’, het antwoord daarop is er niet, maar soms valt er toch iets over te zeggen.
    Vraag die ik... lees meer

  • Sympathieke uitdrukking: een oogje toeknijpen. Dus net doen alsof je iets niet ziet. Gaat nooit om wat ergs, grensoverschrijdend gedrag bijvoorbeeld, nee, kleinigheidje.
    Toen ik nog een erg jonge leerplichtige was, werd het soms tegen me gezegd. Ik had iets gedaan wat niet... lees meer

  • Klein jubileum is het, strikt privé, maar toch wezenlijk en op een speciale manier veelzeggend: nu de eindexamenperiode aan de gang is, heb ik wéér geen last van examendromen, nu al voor de derde keer, vorige twee jaren ook niet, dus aaneensluitend. Dat moet iets zeggen.

  • Ook altijd een stralend signaal dat de zomer er popelend aan zit te komen: het filmfestival in Cannes. Ik lees er veel over, ook omdat ik graag wil weten wat me qua bioscoopbezoek te doen staat. (Nog steeds ben ik liever in de echte bioscoop dan dat ik thuis op de bank naar film... lees meer

  • De gesprekken die je hebt in de kleedkamer van de fitnessclub, voor of na de sportbeoefening, zijn kort en nietszeggend. Vooraf wil je zo snel mogelijk beginnen, want dan ben je er ook weer snel vanaf, en na afloop kun je nauwelijks een woord uitbrengen en zit je bovendien vol v... lees meer

  • “Bestel je toch gewoon online.”

  • Oké, genoeg gelachen om onze noodpakketten! Dat is toch zo: de meesten van ons doen er nog steeds beetje vrolijk over na het diner: “Wat heb jij er allemaal in zitten?” En dat dan opsommen: “Ja, wat missen we nog?” 

Pagina's