Nog steeds is het niet zo dat ik met blij rollende ogen aankondig dat ik vanmiddag natúúrlijk naar de Tour ga kijken, niet ter plekke, lekker vanuit de luie stoel, maar ik zeg niet meer dat de wedstrijd me niets doet.
Er is onderscheid tussen dagelijks chagrijn en chagrijn als gevolg van een mislukking, wezenlijke teleurstelling, relatieproblematiek, ach wie kent het niet? Over het laatste chagrijn valt te praten, ook omdat elementen eruit begrijpelijk kunnen zijn. Van dagelijks chagrijn om me heen heb ik last. Niet dat ik het zelf nooit voel grommen, maar ik probeer het voor me te houden, veel is al erg genoeg.
In sommige gevallen een moeilijk woord: strafbaar. Wat het woord betekent dus, het woord zelf kan er niets aan doen dat het moeilijk is. Natuurlijk ben ik strafbaar als ik ergens inbreek of de boel oplicht of iemand een kopje kleiner maak. Daar kunnen we natuurlijk over nadenken, want alles heeft een heleboel kanten, maar in principe is het duidelijk: strafbaar, misschien een beetje strafbaar of in theorie strafbaar, maar we kunnen niet onder strafbaar uit.
Je kunt je afvragen hoe het met onze beschaving zit, als er nog steeds campagnes bedacht worden die ons duidelijk maken dat we ons fatsoenlijk moeten gedragen. En hoe dat moet, want het is niet altijd te doen daar zelf op te komen. Nu is er een van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het richt zich op het verminderen van verbale agressie in de zorg.
“Hebt u weleens eerder een MRI-onderzoek gehad?” vraagt de verpleegkundige nadat ze me gecomplimenteerd heeft omdat ik ruim op tijd ben. Heb ik, maar weet niet meer waarvoor en wanneer. Moet voor haar makkelijk na te gaan zijn. Ik knik als Een Man van de Wereld: vertel mij wat over MRI-onderzoeken! Ze legt uit dat dit langer duurt omdat mijn hart minutieus bekeken wordt. Ik moet rekenen op een klein uur.
Werkend aan mijn hitteplan leg ik flesjes mineraalwater in de ijskast. Gewoon water uit de kraan mag ook, maar ik wil overal iets méér van maken. Voor het eerst lees ik wat er op het flesje staat, S.Pellegrino is het: “Te bewaren op een droge plaats, net en geurloos, beschut tegen zon en vorst. Niet invriezen.”
In mijn zoektocht naar antwoorden op de vraag hoe er in het buitenland tegen Nederland wordt aangekeken, stuitte ik op de komiek Derek Mitchell die in Amsterdam woont maar in voorstellingen, bijvoorbeeld in Los Angeles, van alles uit de doeken doet over ons land dat sinds het vertrek van Trump en mindere hoogwaardigheidsbekleders weer een piepklein en licht tuttig land is geworden. Derek Mitchell heeft het onder meer over ons `eet smakelijk’, een wens of bevel waarvan ik het meteen beetje benauwd krijg.
Doe het niet vaak, maar soms hoort het bij een vakantiedag aan zee: midgetgolfen. Je moet er in een goedmoedige stemming voor zijn en als dat niet geval is, kun je daar best voor zorgen (en als het lukt, moet je proberen te onthouden hoe je het gedaan hebt!). Niet te doen het terrein te betreden met veel te veel aan je hoofd en volgens mij moet je niet al te intense plannen hebben voor de rest van de dag. Van midgetgolf wordt het leven kleiner, en ook alles wat bij het kleiner geworden leven komt kijken. Rustgevend, misschien is dat het woord.
Ze komen vaker voor dan, laat ik zeggen, een jaar of tien geleden, de woorden `angstcultuur’ en `giftige werkomgeving’, altijd in verband met het functioneren van een leidinggevende. De betekenis van die woorden is ernstig, meer dan dat, en altijd zijn het `anonieme bronnen’ die erover beginnen. Dat laatste vind ik net zo ernstig, daarom blijf ik er fel hardop over nadenken. Nu is het de directeur van het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam, Birgit Donker. Ooit was ze hoofdredacteur van de NRC, maar ze sloeg een andere weg in en die leidde haar naar deze baan.