Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Jengelen

Graag verdiep ik me in ervaringen waarmee ik geen ervaring heb. Bijvoorbeeld in kindermarketing, woord dat ik niet kende. Een hoogleraar communicatiewetenschappen in Nijmegen is daarin gespecialiseerd. Moniek Buijzen heet ze, en ze heeft onderzocht hoe ouders en kinderen in supermarkten boodschappen doen. Voornaamste conclusie: een op de drie keer dat een kind ergens naar wijst of om vraagt, krijgt het kind het betreffende product. Zeker als dat vragen indringend gebeurt, een manier van vragen die we jengelen noemen. Kinderen worden in hun verlangens enorm beïnvloed door, daar heb je het, kindermarketing, wat betekent dat er op verpakkingen een afbeelding staat van iemand die ze kennen van televisie, Piet Piraat of Spongebob. Voedseldeskundigen vinden dat daar een einde aan moet komen. Mij interesseert waarom ouders geen nee kunnen zeggen, want  jengelen is voor iedereen lastig, ouders, omstanders en ook het kind zelf. Misschien ligt het probleem al in een fase daarvoor: hoe is het jengelen bij het kind ontstaan? Ik heb er geen verstand van, maar ik ken ook kinderen die nooit jengelen. Ligt dat aan het karakter van het kind of aan de ouders? Kunnen we iets aan elkaars karakter doen? Ik denk van wel. Met van elkaar leren kun je niet vroeg genoeg beginnen. Wat het verband is, snap ik zelf niet helemaal, maar ik ben een tegenstander van die miniwinkelwagentjes voor kinderen. Niet alleen omdat die vaak mijn haast blokkeren. Winkelwagens zijn voor later, zeur ik conservatief. Dan kun je je wezenloos winkelen.

Columns

  • Altijd als ik iemand hoor zeggen dat hij niet in mijn of onze portemonnee kan kijken, denk ik: zeg alsjeblieft wat anders. Natuurlijk wordt niet de portemonnee als ding bedoeld, ik moet het breder zien, maar toch.
    In mijn omgeving is de portemonnee tamelijk zeldzaam. Een pa... lees meer

  •  Als ik een stuk of tien brieven op de deurmat zie liggen, voel ik fijne blijdschap. Helaas zijn de brieven steeds vaker niet voor mij bestemd, maar voor de buren een eindje verderop of voor buren die nog wat verder wonen. Ik ga die dan bezorgen en terwijl ik dat doe, vind ik kr... lees meer

  • De stralende en monter stemmende aanwezigheid van Dionne Stax kan natuurlijk niet lang genoeg duren, maar ineens ben je toch blij dat het allemaal voorbij is.

  • Het voelt een beetje aan als een jubileum, zonder dat ik dat gevoel kan onderbouwen. Ik heb het over mijn wandeling naar het stemlokaal. Voor de hoeveelste keer maak ik die? Dat is natuurlijk uit te rekenen, maar daar heb ik vandaag echt geen tijd voor, zeker niet voor die wande... lees meer

  • In een tankstation probeer ik meestal niet om me heen te kijken. Behalve dat ik een beetje in de war kan raken, wil ik ook ineens van alles kopen, ja, wat veel mensen shoppen noemen, dus koortsachtig dingen aanschaffen die ik niet nodig heb, bijvoorbeeld een geinig beertje met... lees meer

  • Zweven doe ik nog maar een beetje. Ik denk bijna zeker te weten wat me overmorgen te doen staat. Bijna dus. En als we over een maand of zes een nieuwe regering hebben – ik ben optimistisch van nature, ga ik aan de nieuwe premier een brief schrijven. Misschien is die premier wel... lees meer

  • Al heel lang geleden ben ik opgehouden met het maken van boodschappenlijstjes. Meestal stelde ik in de winkel of op de markt vast dat ik het vergeten was en dan leek het alsof mijn geheugen qua boodschappen een volstrekt lege ruimte was. Had een ontmoedigende uitwerking op me.... lees meer

  • Als de trein een station nadert, wordt het altijd duidelijk omgeroepen: “Denk bij het verlaten van de trein aan uw persoonlijke eigendommen.’’ Dat persoonlijke hoeft er niet bij, maar je bent een kniesoor als je dan gaat stampvoeten.

  • Braaf! Dat is het woord dat me het eerst te binnen schiet, als de hond van een vriendin over haar tuinpad naar me toe stormt om luid blaffend tegen me aan te springen. Het woord ken ik uit de periode dat ik zelf een hond had, inmiddels alweer lang geleden.

  • Al een paar dagen zit het Wilhelmus behoorlijk in mijn hoofd. Dus sinds de heer Buma erover begon en hij daar vervolgens voor op zijn donder kreeg. De heer Buma zag graag dat het op school werd geleerd en dat iedereen er ook bij ging staan. De heer Roemer vond het een beter idee... lees meer

  • Als we aan het eten zijn zien we er nooit op ons best uit. Dat is niet zo erg, want iedereen vertoont hetzelfde probleem, zodat je je kunt afvragen of je het een probleem moet noemen.

  • Als ik het woord `wijkagent’ lees, wat niet zo vaak gebeurt, denk ik altijd aan een ontmoeting met de wijkagent uit mijn kindertijd, eind jaren vijftig.

  • Goed woord: wijverig. Ik hoorde het Eva Jinek eergisteren zeggen. Ik word een steeds grotere fan van Eva Jinek. Ze zei het tegen het tamelijk weerzinwekkende personage Jan Roos.

  • Op mijn bureau staan nog steeds de drie delen van het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal. De Van Dale dus. Die raadpleeg ik nog maar zelden, ook omdat er van alles op ligt, papieren, boeken, knipsels. Moet ik er dan eerst af halen en terwijl ik dat doe, ga ik erover naden... lees meer

  • Een angstaanjagend woord vind ik: shoppen. Wat het woord betekent dus. Dat het woord er zo als woord uitziet, daar kan het woord ook niets aan doen. Het is een beetje sneu, want het kan ook in het Nederlands, maar dan is blijkbaar de uitstraling minder, ja minder wat?

Pagina's