Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Rook

Als ik pubers spreek of bezig zie, kost het me geen enkele moeite me te verplaatsen in die fase van mijn leven. Niets is lang geleden, die tijd dus ook niet. Soms heb ik sterk het gevoel dat ik nog niet in alle opzichten klaar ben met die periode en ik heb maar besloten dat dat niet erg is. Wel ben ik blij dat ik niet meer de hele dag in de ban van verlammende somberheid voor het raam zit, starend naar de boze buitenwereld waar ik niets wens te zoeken. Die donkere woede herinner ik me nog goed. Alleen muziek kon me effectief troosten. Ja, sommige meisjes ook, maar dan belandde je vaak ook in ingewikkelde kwesties die om nog grotere troost vroegen. In mijn omgeving waren overigens geen leeftijdgenoten die enorm ontevreden waren met het lichaam waarin ze geboren waren. Ik zelf trouwens ook niet. We hadden andere dingen aan ons hoofd, maar welke dingen dat waren, geen idee. Wat ik me ook niet kan voorstellen is dat we ons lieten inzetten als lokpuber. Alleen het woord al! Dus als 17-jarige naar een café gaan, met in je kielzog twee buitengewone opsporingsambtenaren, en dan een biertje bestellen, waarna de eigenaar van het café er gloeiend bij is. Ik weet zeker dat we dan dezelfde avond nog bij wijze van spreken zouden verdwijnen in een schrale schaamte waarvan zeker wisten dat die de rest van ons leven nooit meer weg zou gaan. En in die rest van ons leven hadden we toch al geen zin. En dan dus helemáál niet meer. Van ons complexe karakter waarvan we echt geen donder begrepen, bleef alleen rare rook over.

Columns

  • In de buurtsupermarkt zitten uitsluitend vriendelijke meisjes achter de kassa. Een van hen maakt graag een praatje. Daar ben ik niet handig in, maar ik waardeer het zeer. Als het Nederlands elftal gespeeld heeft: of ik ook zo heb genoten van de wedstrijd? Heb ik, maar ik weet er bij de kassa niet... lees meer

  • Als je een bloemenstal hebt, moet je daar een beetje vrolijk in staan. Vrolijk product immers, bloemen. Een chagrijnige bloemenverkoper ontneemt je de zin in de bloemen, maar ja, je moet ze toch hebben, want je gaat ergens op bezoek waar bloemen  op prijs gesteld worden. Het is ook prettig even o... lees meer

  • Misschien geldt het niet voor iedereen, maar ik vind ons leven zo kort dat vroeger wat mij betreft een bijna vreemd woord is, dat staat voor een andere tijd die niet bij de mijne hoort. Nu ik me geestelijk voorbereid op de wedstrijd van vanavond, dringt het tot me door dat er wel een andere tijd... lees meer

  •  

  • Grappig deftig woord: tompouce. Ik besef dat ik het niet zo vaak opschrijf. De verkoop van tompouces valt nog steeds tegen, lees ik. En uiteraard gaat het dan over tompouces met een oranje bovenkant. Maar men is optimistisch, want de oranjekoorts barst los. Om me heen kijkend dacht ik dat we ons... lees meer

  •  

  • Mijn fijne buurvrouw en ik staan na te praten over de wedstrijd van vrijdagavond. Dat doen we al twee dagen. Tijdens het juichen bij het derde doelpunt heb ik haar beschadigd, geloof ik, maar daar komt ze niet op terug. Haar zoon stapt op zijn fiets om te gaan hockeyen (die sport bestaat ook nog... lees meer

  • 'Heb je gevraagd of meneer pijn heeft.’ Ik ben bij een andere huisarts dan mijne beland. Komt omdat ik niet in mijn woonplaats verblijf. Het is altijd een gedoetje om dan gehoord te worden. Komt natuurlijk door de drukte. Maar goed, een van mijn grote tenen nam in omvang toe. Sommige dingen kunne... lees meer

  • Nog één keer de WK-hamsters van Albert Heijn en dan houd ik er graag over op. Op weg naar de supermarkt zie ik voor de ingang twee meisjes en een jongen staan, van een jaar of tien, schat ik. Aan mensen die de winkel verlaten, vragen ze om hamsters. Ik kan niet in de ziel van kinderen kijken en d... lees meer

  • Nog niet zo heel lang geleden zei een kennis van me die in Parijs woont, dat je hier niet je best moest doen vriendelijk te zijn, want dat vonden ze vooral tijdverlies. Dus niet vragen: `Kunt u me alstublieft de weg naar de Rue de la Bûcherie wijzen?’ Nee: `Ik wil naar de Rue de la Bûcherie. Hoe... lees meer

  • Bij een vriend van me wordt op verjaardagen nog weleens gezongen. Iemand pakt en gitaar en dan begint het. Het is wat later op de avond, iedereen heeft een slokje op, maar toch is het geen dronken gebrul, integendeel, we doen het vooral erg graag omdat het liedjes zijn waarvan we houden, liedjes... lees meer

  • Oud

    Van veel te veel heb ik geen weet. Bijvoorbeeld dat er mensen zijn die kentekenplaten stelen om die te gebruiken bij tankstations. Dan kunnen ze daar wegrijden zonder te betalen. Met dat gestolen kenteken dus. Slappe criminaliteit vind ik dat. Pleeg dan een ramkraak, zeg, of help een gevangene vl... lees meer

  •  

  • O, wat had ik altijd een hekel aan remmende spreekwoorden en gezegden. Eerlijk gezegd nog steeds. Vaak zijn ze niet alleen remmend, maar ook belerend. Haastige spoed is zelden goed, om er maar eens eentje omhoog te steken. Of: Bezint eer ge bemint. Of: Kalm aan dan breekt het lijntje niet. En zo... lees meer

  • Op mijn laptop krijg ik alle kranten die ik maar wil, van The New York Times tot De Gelderlander. Niet dat ik ze allemaal lees, maar het kán. Alleen al daardoor voel ik me een wereldburger, in alle bescheidenheid overigens. In het buitenland mis je dan wel de triomf van de vondst van een Nederlan... lees meer

Pagina's