Met vragen waarvan ik weet dat het antwoord erop niet bestaat of even zoek is, houd ik me het liefst niet bezig. Er zijn uitzonderingen, zoals `Hoe te leven? Of `Hoe moet het vandaag?’, het antwoord daarop is er niet, maar soms valt er toch iets over te zeggen. Vraag die ik al een tijdje vermijd is `Wat voor land is Nederland?’ of `Wat voor land is Nederland gewórden?’.
Sympathieke uitdrukking: een oogje toeknijpen. Dus net doen alsof je iets niet ziet. Gaat nooit om wat ergs, grensoverschrijdend gedrag bijvoorbeeld, nee, kleinigheidje. Toen ik nog een erg jonge leerplichtige was, werd het soms tegen me gezegd. Ik had iets gedaan wat niet helemaal de bedoeling was (bleef zich altijd voordoen in mijn leven), maar ik veroorzaakte er geen schade mee. En dan zei de leerkracht het: “Voor deze keer knijp ik een oogje toe.” Dan begreep ik heel goed: niet nóg een keer.
Klein jubileum is het, strikt privé, maar toch wezenlijk en op een speciale manier veelzeggend: nu de eindexamenperiode aan de gang is, heb ik wéér geen last van examendromen, nu al voor de derde keer, vorige twee jaren ook niet, dus aaneensluitend. Dat moet iets zeggen.
Ook altijd een stralend signaal dat de zomer er popelend aan zit te komen: het filmfestival in Cannes. Ik lees er veel over, ook omdat ik graag wil weten wat me qua bioscoopbezoek te doen staat. (Nog steeds ben ik liever in de echte bioscoop dan dat ik thuis op de bank naar films kijk. Doe ik ook wel, maar vol verwachting naar de buurtbioscoop wandelen blijft een gang van zaken die mijn dag hoog optilt.)
De gesprekken die je hebt in de kleedkamer van de fitnessclub, voor of na de sportbeoefening, zijn kort en nietszeggend. Vooraf wil je zo snel mogelijk beginnen, want dan ben je er ook weer snel vanaf, en na afloop kun je nauwelijks een woord uitbrengen en zit je bovendien vol verlangen naar frisse lucht.
Oké, genoeg gelachen om onze noodpakketten! Dat is toch zo: de meesten van ons doen er nog steeds beetje vrolijk over na het diner: “Wat heb jij er allemaal in zitten?” En dat dan opsommen: “Ja, wat missen we nog?”
Hoe het met andere huisartsenpraktijken zit, weet ik niet, maar waar ik kom bestaat het inloopspreekuur niet meer. Gevolg van de coronatijd: je kon alleen maar op afspraak komen en blijkbaar was dat makkelijk. Eerst moest je bellen en dan beoordeelde een assistent je klacht. Kostte moeite door die ronde heen te komen.
Altijd ben ik gefascineerd door de waarheid van herinneringen. Maak je in een herinnering meer van de gebeurtenis van toen? Waarheid is een relatief begrip. In de meeste gevallen vind ik dat wat je gelooft waar is, in ieder geval voor jou. Als kind van een jaar of vijf kon ik, vooral in mijn bed, diep nadenken over wat ik me bij de eeuwigheid voorstelde. Of de oneindigheid van het heelal. Of bij het begin van alles. Hoe kon er óóit iets beginnen als er niets was?
De democratie functioneert niet altijd als de democratie die wij, het volk, wenselijk vinden, maar het blijft goed en nuttig over de kracht en het hart ervan na te denken. Inspirerend voorbeeld is de petitie die een PvdA-politicus uit Zevenaar startte. Tegen minister Faber. Vincent Janssen heet hij en hij begon er niet als politicus aan, nee als verontrust burger. Hoe de teller nu staat, geen idee, maar zondag waren er razendsnel ruim 100.000 mensen die hun handtekening zetten.