Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Baasje

Vond ik aangenaam een dag of tien geleden: de terrassen die overal werden opgebouwd. De ondernemers die eraan bezig waren, hadden zin in het nieuwe seizoen. Ja, ineens gaat alles sneller, de tijd, de plannen die voor de rest van het jaar gemaakt moeten worden, de dynamiek in ons humeur, onze omgang met de kledingkast. En zaterdag was een prachtige dag, de warmste 8 maart ooit, hoorde ik gisteren op 9 maart die er ook mocht zijn. Toch bedrukte me iets. Ik liep langs een terras hier in de buurt en daar was het dringen geblazen. Ik zag echt mensen die stonden te wachten tot andere mensen het terras verlieten om zich dan snel en verbeten naar het vrijgekomen plaatsje te haasten. En uiteraard hoorde ik ook heel vaak `Mijn collega komt zo!’, een belofte die om de harde haverklap wordt uitgesproken in de Hollandse buitenhoreca. Soms verlang ik vaag naar de identiteit van de collega die zo komt, want dan hoef je lekker nergens te zijn, terwijl er met spanning op je wordt gewacht. Graag willen we genieten en daar zit ook iets eisends in. Dat kan me benauwen. Ik had zaterdag ook een afspraak in een café en zat binnen te wachten, met de krant voor me. `JE ZIT TOCH NIET BINNEN! WIE ZIT ER NU BINNEN?’ Dat bedoel ik. We moeten het mooie weer alsjeblieft niet een dwingend baasje laten zijn, vind ik. De eerste Enorme Korte Broek zag ik gisterochtend in een stil straatje. Kakikleurig, dertig jaar geleden op de groei gekocht. Er staken melkwitte winterbenen onderuit. En gelukkig: kolossale sandalen! Oké lente, kom maar op!

Columns

  • Er is een lange rij voor de ingang van de bus. Ben blij dat ik niet mee hoef. In die rij staat een vrouw die de hand van een jongetje vasthoudt, jaar of vier, vijf, denk ik. Ineens zegt die vrouw, nogal luid, tegen dat jongetje: `Weet je zeker dat je niet moet plassen? Waarom zi... lees meer

  • Log woord is het, ook daarom blijft het in je hoofd zitten: hitteprotocol. Het is van Rijkswaterstaat. Of het vandaag geldt, weet ik niet, afgelopen dagen wel. Ook weet ik niet hoe het kenbaar wordt gemaakt. Ik bedoel: hoe weet je het als weggebruiker? Daarvoor geldt het immers,... lees meer

  • Met mooi weer worden we zichtbaarder, onze kleine wereld vult zich met veel meer lichte ruimte. Als kind had ik daar al last van. Mijn moeder of een andere volwassene aan wie ik was toevertrouwd zei vrolijk: `Met dit weer blijf je toch niet binnen. Ga lekker buiten spelen.’ ... lees meer

  • In de smalle straat staat een auto plotseling stil. Je ziet de vrouw achter het stuur schrikken. Ze start de auto opnieuw, is vergeefs. De man in de auto achter haar wordt ongeduldig en begint te toeteren. Uit de auto daarachter klinkt ook geïrriteerd getoeter op. De smalle stra... lees meer

  • Een roeicoach hoorde ik spreken over `knobbelig water’. Gesprekje op de radio. De interviewer vroeg ook namens mij wat hij daarmee bedoelde. Was onrustig water, met golfjes en vreemde bewegingen, veroorzaakt door gure wind. 
    Interessante typering: knobbelig. Ik zocht die op... lees meer

  • Dat het vorig jaar een paar keer erg warm was, kan ik me niet meer herinneren. Gisterochtend hoorde ik op de radio een man met zeer Brabantse tongval klagen dat hij vorig jaar met een natte handdoek om zijn nek gordijnrails stond te bevestigen. Ik spitste mijn oren: waar ging di... lees meer

  • Wanneer ik lees dat iedereen slachtoffer wordt van een datalek, schrik ik, zonder dat ik weet waarvan precies en ook niet wat ik met die schrik moet. Gisterochtend werd het ook in het nieuws op de radio gezegd: data die op straat komen. Zoiets. Ja, op straat, dat hoorde ik goed.... lees meer

  • De voorpagina van deze krant, gisteren, veroorzaakte bij mij enige spanning. Zo moet ik het zeggen: enige spanning. Bijna de helft van alle Nederlanders is bang voor een ramp. En dat ze dan zonder stroom, water en gas komen te zitten. Er is een enquête geweest.

  • Zangeres Beatrice van der Poel en ik zijn bezig met de laatste voorstellingen van ons programma Montere Weemoed. Vrijdag moesten we diep in Brabant zijn, in Zundert, geboorteplaats van Vincent van Gogh.
    Toen ik mijn spullen bij elkaar zocht, belde een vriend. Ik ze... lees meer

  • Iedereen zal het kennen, je bent ergens geweest en op weg naar huis zeg je tegen elkaar: `We hadden eigenlijk niet moeten gaan.’’ Dat je het zegt, betekent ook dat je je er druk over maakt, een beetje druk misschien, maar toch druk.
    Ik ben helemaal niet tegen zinloze gebeur... lees meer

  • De presentatrice van het ochtendprogramma op de radio hoorde ik gisteren zeggen: `De zomer komt er aan en dat betekent…’
    Wat we niet altijd beseffen, is dat iedere fractie van een seconde honderden gedachten over elkaar heen tuimelen. Of gedachten, nee, het zijn nog geen ge... lees meer

  • Fascinerend incident bij de kassa in de Jumbo. De mevrouw die daarachter zit, is een uitdaging. Als ik haar ben gepasseerd, weet ik zeker dat de rest van de dag een fluitje van een cent is. Ze heeft haar waaraan ze geen aandacht hoeft te besteden, en in mond die altijd in de woe... lees meer

  • Over mijn woonomgeving heb ik niets te klagen, aan een gracht, schuin tegenover een brug. En op die brug fotograferen mensen elkaar en zichzelf graag. Ze kijken er tevreden bij. Ook veel bruidsparen, in de meeste gevallen mannen en vrouwen die met elkaar trouwen. Een brug is dan... lees meer

  • Wanneer ik een foto van een topman tegenkom, en dat is vaak het geval want er zijn veel topmannen, denk ik altijd: nou, het is niet aan hem te zien dat hij blij is topman te zijn. Nét te ernstig, vaag verongelijkt, vreemd geconcentreerd, veel belangrijk geld in gedachten, privé... lees meer

  • Op de markt sta ik voor populaire kramen altijd in de verkeerde rij. Rij die niet opschiet. Heb ik zelf niet meteen in de gaten, maar het wordt tegen me gezegd, bijvoorbeeld door een vrolijke buurtgenoot: `Thomas, je staat weer in de verkeerde rij.’ 

Pagina's