Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Inspiratie

Nog nooit was ik in Hoevelaken. Maar ineens wel. Voor mensen die werkzaam zijn in het mooie boekenvak, moet ik een korte lezing houden over inspiratie. Voor inspiratie kan men mij ’s nachts wakker maken, ik heb er dus zin in. Ik vermoedde het al en het blijkt hartstikke waar te zijn: dit soort bijeenkomsten vinden plaats in, ja wat? Weer zo’n raar unheimisch bouwsel, een mengeling tussen een conferentieoord en een partycentrum. Het doet denken aan een Bulgaars verhoorcentrum van vroeger. Terwijl ik naar het zaaltje loop waar ik moet zijn, en ondertussen mijn gedachten over inspiratie zo hanteerbaar mogelijk orden, denk ik: Hoevelaken, Hoevelaken, wat is er ook alweer met Hoevelaken? En dan, ja dan overkomt me een lied van Arie Ribbens uit een volgens mij al ver verleden. Ik heb niets tegen Arie Ribbens, maar ben geen liefhebber van zijn repertoire, terwijl ik het tóch ken, althans flarden ervan. Nu herinner ik me dat hij tijdens een befaamd lied roept of zingt `bij Hoevelaken linksaf!’. Ik vind het hinderlijk dat ik dat denk, want ik krijg het niet meer uit mijn hoofd, terwijl ik me enorm op inspiratie moet concentreren. Hoe heet het lied ook alweer? O ja, Polonaise Hollandaise! Het moet een strekking hebben gehad, maar die staat me niet meer bij. Wel weet ik nog de eerste zin: `Hé jongens, de obers hebben pauze.’ Dat voorspelt niet veel goeds, maar Arie Ribbens wist en weet er vast raad mee. Leeft hij eigenlijk nog? Ik begin mijn praatje met Arie Ribbens. Iedereen blijkt hem te kennen! Het lied ook!

Columns

  • Maandag was het, geloof ik, ja, op de Internationale Dag van het Geluk, dat ik dat filmpje zag van die koeien die eindelijk weer naar buiten mochten (lente!) en dansend van blijdschap de wei in renden. Ik werd er ontroerd vrolijk van. Die grote, logge dieren die eigenlijk niet k... lees meer

  • Dat het gisteren de Internationale Dag van het Geluk was, wist ik nog niet toen ik in alle vroegte door de laffe regen naar de fitnessclub fietste om daar vooral aan niets te denken terwijl ik met gewichten in de weer ging. Op de terugweg merkte ik er ook niets van.
    Het dro... lees meer

  • Misschien vreemd, maar ik vind het zielig voor de heer Spekman. Opstappen nu zijn partij het slecht gedaan heeft. Niet meteen, nee, op 7 oktober. Dan heeft hij nog een lange tijd te gaan, terwijl iedereen denkt: daar loopt een opgestapte man die over een halfjaar echt opstapt.... lees meer

  • Altijd als ik iemand hoor zeggen dat hij niet in mijn of onze portemonnee kan kijken, denk ik: zeg alsjeblieft wat anders. Natuurlijk wordt niet de portemonnee als ding bedoeld, ik moet het breder zien, maar toch.
    In mijn omgeving is de portemonnee tamelijk zeldzaam. Een pa... lees meer

  •  Als ik een stuk of tien brieven op de deurmat zie liggen, voel ik fijne blijdschap. Helaas zijn de brieven steeds vaker niet voor mij bestemd, maar voor de buren een eindje verderop of voor buren die nog wat verder wonen. Ik ga die dan bezorgen en terwijl ik dat doe, vind ik kr... lees meer

  • De stralende en monter stemmende aanwezigheid van Dionne Stax kan natuurlijk niet lang genoeg duren, maar ineens ben je toch blij dat het allemaal voorbij is.

  • Het voelt een beetje aan als een jubileum, zonder dat ik dat gevoel kan onderbouwen. Ik heb het over mijn wandeling naar het stemlokaal. Voor de hoeveelste keer maak ik die? Dat is natuurlijk uit te rekenen, maar daar heb ik vandaag echt geen tijd voor, zeker niet voor die wande... lees meer

  • In een tankstation probeer ik meestal niet om me heen te kijken. Behalve dat ik een beetje in de war kan raken, wil ik ook ineens van alles kopen, ja, wat veel mensen shoppen noemen, dus koortsachtig dingen aanschaffen die ik niet nodig heb, bijvoorbeeld een geinig beertje met... lees meer

  • Zweven doe ik nog maar een beetje. Ik denk bijna zeker te weten wat me overmorgen te doen staat. Bijna dus. En als we over een maand of zes een nieuwe regering hebben – ik ben optimistisch van nature, ga ik aan de nieuwe premier een brief schrijven. Misschien is die premier wel... lees meer

  • Al heel lang geleden ben ik opgehouden met het maken van boodschappenlijstjes. Meestal stelde ik in de winkel of op de markt vast dat ik het vergeten was en dan leek het alsof mijn geheugen qua boodschappen een volstrekt lege ruimte was. Had een ontmoedigende uitwerking op me.... lees meer

  • Als de trein een station nadert, wordt het altijd duidelijk omgeroepen: “Denk bij het verlaten van de trein aan uw persoonlijke eigendommen.’’ Dat persoonlijke hoeft er niet bij, maar je bent een kniesoor als je dan gaat stampvoeten.

  • Braaf! Dat is het woord dat me het eerst te binnen schiet, als de hond van een vriendin over haar tuinpad naar me toe stormt om luid blaffend tegen me aan te springen. Het woord ken ik uit de periode dat ik zelf een hond had, inmiddels alweer lang geleden.

  • Al een paar dagen zit het Wilhelmus behoorlijk in mijn hoofd. Dus sinds de heer Buma erover begon en hij daar vervolgens voor op zijn donder kreeg. De heer Buma zag graag dat het op school werd geleerd en dat iedereen er ook bij ging staan. De heer Roemer vond het een beter idee... lees meer

  • Als we aan het eten zijn zien we er nooit op ons best uit. Dat is niet zo erg, want iedereen vertoont hetzelfde probleem, zodat je je kunt afvragen of je het een probleem moet noemen.

  • Als ik het woord `wijkagent’ lees, wat niet zo vaak gebeurt, denk ik altijd aan een ontmoeting met de wijkagent uit mijn kindertijd, eind jaren vijftig.

Pagina's