Jano van Gool

In de Pers

Montere Weemoed II, met Thomas Verbogt & Beatrice van der Poel - Gezien op 2 maart 2022, OBA Theaterzaal, Amsterdam  ... - Kester Freriks in: Theaterkrant lees meer
The Tree of Life. Soeben ausgelesen: Thomas Verbogt – „Wenn der Winter vorbei ist“ (2020) - Keine 100 Seiten und auch keine 50 Seiten, nein genau eine einzige Seite brauchte es.... - David Wonschewski in:  lees meer
Nieuwe roman van Thomas Verbogt, een wrokloze boomer - Thomas Verbogt zoekt naar manieren om van het leven te houden en er zin aan te geven.... - Rob Schouten in: Trouw lees meer

Recent

Er zijn nog geen toneelstukken toegevoegd

Offer

Nog één keer de WK-hamsters van Albert Heijn en dan houd ik er graag over op. Op weg naar de supermarkt zie ik voor de ingang twee meisjes en een jongen staan, van een jaar of tien, schat ik. Aan mensen die de winkel verlaten, vragen ze om hamsters. Ik kan niet in de ziel van kinderen kijken en dus ook niet veronderstellen dat er iets zieligs in hun opvoeding moet zijn gebeurd. Oké, neem ik me voor, ik vraag bij het afrekenen om hamsters en die geef ik dan aan die kinderen. Het vooruitzicht iets te gaan doen waar anderen blij mee zijn voelt altijd goed aan. Even later sta in de rij voor de kassa en zie ik bij de belendende kassa een Duitse moeder met twee nogal verwilderde zonen. Die zijn ook uit op hamsters, merk ik. Als ik mijn tas inpak naast de Duitse moeder die hetzelfde doet, kijkt een van haar zonen hunkerend naar de drie hamsters die ik heb verworven. Maar ja, die zijn voor de kinderen die bij de uitgang wachten – Néderlandse kinderen, denk ik er kwaadáárdig chauvinistisch bij. Maar buiten moet ik vaststellen dat die weg zijn. Ah, daar is de Duitse moeder met haar zonen. Ik wenk een van de jongens en geef hem mijn hamsters. Daarmee veroorzaak ik ongekende blijdschap. De jongen juicht. Zijn moeder komt naar me toe en omhelst me nog net niet, maar wel zoiets. Ik ben zeer Europees bezig en ook denk ik aan de mystieke krachten in de sport. Daar kan niemand iets concreets over zeggen, ik ook niet. Misschien bracht ik een soort offer. Misschien is dit een goed teken. Voor vanavond tegen Spanje dus. 

Columns

  • Lang interview met minister Hugo in De Volkskrant zaterdag. Eerst wilde ik het overslaan. Ik zag de vraag staan of hij zelf in de Tweede Kamer wilde zitten en ook zijn antwoord: “Nee, ik ben meer van het runnen van de tent.” Dat zei hij ook toen hij werd aangesteld. Mannen die h... lees meer

  • Kan het niet helpen, maar altijd als ik de heer Pechtold in zijn hoedanigheid van directeur van het CBR zie, heb ik met hem te doen. Raspoliticus, geestrijk, vaak ook geestig en dan ineens toe aan `een nieuwe uitdaging’ en vervolgens dat saaie baantje bij die rijbewijzenorganisa... lees meer

  • Een single is iemand zonder vaste partner, zeg maar een vrijgezel. In een tijd die niet lang geleden is, was het ook een grammofoonplaatje, één nummer op de voorkant, een op de achterkant. 

  • Zal toeval zijn: in mijn omgeving heeft niemand een tatoeage, althans geen zichtbare. Nog nooit overwoog ik er een bij mezelf te laten aanbrengen, ik houd er niet van en hoor dus tot een minderheidsgroep. Uiteraard geen kwaad woord over mensen die van zichzelf een soort tentoons... lees meer

  • Een melancholiek verhaal van de Japanse schrijver Haruki Murakami dat ik onlangs las, begint zo: “Wat ik vreemd vind aan ouder worden is niet dat ik zelf ouder word.” Na die zin stopte ik even, ik moest erover nadenken, waarschijnlijk omdat ik vaak denk dat ik niet ouder word. I... lees meer

  • “Hij slikte even wat weg,” onthulde de verslaggever toen windsurfer Kiran Badloe zaterdagmorgen (onze tijd) op het erepodium stond en het Wilhelmus had geklonken. Ik zag het niet, wat ook moeilijk was door dat Olympische mondkapje, en het is verder ook niet belangrijk. Maar volg... lees meer

  • “O, je zet de tassen daar neer.” Het is vroeg op de dag. Ik passeer een man die voor een auto staat en op de stoep bevindt zich nogal wat bagage. Die moet in die auto. Ben op weg naar de sportschool waar ik eerst geen zin in had, maar nu wel, opgelucht als ik ben dat ik geen aut... lees meer

  • Eergisteren was in een deel van het land het treinverkeer ontregeld. Een treindienstleider had zich ziek gemeld. Vandaar. Woordvoerder van ProRail zegt: “We hebben nog geprobeerd een invaller te vinden voor de ochtenddienst, maar er bleek niemand beschikbaar.”

  • Al een tijdje was ik niet in het grote stadpark hier in de buurt geweest. Wel in andere parken, kleinere, ik kan niet zonder. Rechts van een van de ingangen is een hondenschool. Naast een kinderdagverblijf - er zijn verbanden tussen alles. Hondenschool is een groot woord, het is... lees meer

  • Pieter Omtzigt houdt de spanning er goed in. Hij weet ook hoe dat moet. Na Prinsjesdag verschijnt hij weer ten tonele. Met een lezing over zijn boek, dus twee vliegen in één klap. Maar dan? Wat gaat hij doen?

  • Al levenslang hecht ik eraan op maandagochtend vroeg uit de veren te zijn: dan is dag maar begonnen. Soms geef ik me een opdracht, bijvoorbeeld: zorg ervoor dat je binnen vijf minuten zin krijg in de nieuwe week. Nu krijg ik dat meestal wel zonder die opdracht, maar ik vind het... lees meer

  • Je loopt bijvoorbeeld over de markt, ziet een vage bekende en hebt vandaag iets anders aan je hoofd dan een praatje, je bent immers in gedachten, soms een van de beter plaatsen om te zijn. Je maakt er van alles mee en komt er heel veel tegen, ook diverse verrassingen. In gedacht... lees meer

  • Maandag arriveerde een groepje mannen in oranje pakken. Met een hoogwerker. Ze kwamen voor de boom die de iepenziekte had. Daarom had eerder een deskundige een plastic lint om de boom gespannen waarop stond dat de boom verwijderd zou worden. Maandag hielden we ons hart vast. Een... lees meer

  • Of ik het dadelijk volhoud de hele openingsceremonie in Tokio mee te maken, weet ik nog niet, in ieder geval een groot gedeelte. Ook omdat ik nieuwsgierig ben hoe het gaat nu eergisteren de regisseur van het evenement ontslagen is, maar ik neem aan dat er een assistent is die va... lees meer

  • In 1961 werd Joeri Gagarin als eerste mens de ruimte in geschoten. Ik herinner me de sensatie nog. Voor het eerste hoorde ik mijn moeder zeggen: “Wat kunnen ze toch veel tegenwoordig.” Op school zei de onderwijzer:  “Over 25 jaar kamperen we op de maan.” Hij sprak die woorden no... lees meer

Pagina's